Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


REGINE. Dat heb je al zoo dikwijls geprobeerd; maar 't ging toch altijd weer mis. ENGSTRAND. Ja, maar dezen keer zal je eens wat zien, Regine!... De duivel haal me.... Schei toch uit met dat gevloek! ENGSTRAND. Nou ja, nou ja; daar heb je groot gelijk in kindlief! Ik wou alleen maar zeggen ... ik heb nog al een aardig duitje op zij gelegd van het werk in het nieuwe gesticht. REGINE. Zoo, heb je?

Ik was echter ook thans niet bestemd, die ongestoord te genieten: althans, nauwelijks was ik onder de dekens gekropen, of een luid gepraat, gevloek, gezang en geloop, dat mij zoo duidelijk in de ooren klonk alsof het in mijn slaapvertrek plaats had, schonk mij de onaangename overtuiging, dat mijn bedstede allernaast den zoogenaamden gemeenen haard gelegen en daarvan slechts door een dun beschot was afgescheiden.

Sikes hield zijn oogen strak op haar gericht. »Ze ismompelde hij in zichzelf, »ze is de trouwste meid die op twee beenen rondloopt, anders had ik haar voor drie maanden den strot al afgesneden. Ze krijgt de koorts; dat's allesToen hij zichzelf met deze verzekering gerust gesteld had, dronk Sikes het glas tot den bodem leeg en riep onder veel gevloek om zijn medicijnen.

En plotseling, toen zij een hoek omsloegen, zágen zij het en afgrijzen was in hun gegil, gebaar, geschreeuw en gevloek. Het hooge, het vijf verdiepingen hooge huis van den voller lag in een witte hoop puin. Een tragische wolk van stof wemelde er nog als een blanke asch uit op en zweefde de atomennevel nog over de vroege morgenlucht.

We durfden de voorraadkamer niet meer open te breken. Honger? Ik heb even veel honger als zij." Hij sprak de mannen opnieuw toe, en opnieuw rees het kelig gebrom en gevloek, en hun gezichten waren als van dieren, verwrongen van woede. De tweede en de derde stuurman waren bij den kapitein komen staan, vóór op de kampanje.

Langzamerhand evenwel, zooals dat gemeenlijk gebeurt, begonnen deze zich warm te maken; van argumenten kwam het tot magtspreuken en van magtspreuken tot harde woorden, voornamelijk tusschen onze Moslemim en de Jezuïeten, hoewel ook wij in 't geheel niet en door geen hunner werden gespaard; en in 't eind werd het een gescheld en gevloek en geschreeuw, ondanks de tegenwoordigheid van den Keizer zelf, dat hooren en zien ons dreigde te vergaan.

Het verkeer is gestremd door de onafzienbare rij van bijna ledige rouw-rijtuigen; de omnibussen, de huur-rijtuigen hoopen zich in de dwarsstraten op; men hoort het gevloek der koetsiers en het geklap der zweepen. Gedurende dezen tijd houdt de gravin de Verteuil haar kamer, zeggende dat zij van smart gebroken is.

Vrijgelatenen, intendanten van rijke burgers, bevalen hun slaven de inkoopen in manden te bergen; vrouwen dongen, venters scholden terug, gaven toch toè, riepen dan weêr aanprijzende. Op den weg gingen onder oorverdoovend geschreeuw, geklak, gevloek, de karren elkander voorbij, reden op muilezels en ezels, ter weêrszijden beladen, de koopers met hunne korven provizies.

Bij het flauwe schijnsel van een kaars zag men even eenige menschelijke gedaanten: mannen die hun knieën vasthielden en het hoofd ertusschen verscholen, voorover op den grond liggend, naar den wand toegekeerd en zoo meer. Men hoorde kloppen en knarsen, gepaard met gevloek: 't blok werd losgemaakt.

In deze tweede helft der negentiende eeuw, waarin wij zijn, zijn de maire en zijn sjerp, de priester en zijn kasuifel, de wet en God niet meer voldoende, zij moeten door een postillon van Longjumeau aangevuld worden; een blauw buis met roode opslagen en ronde knoopen, een plaat op den arm, een broek van groen leder, gevloek tegen de normandische paarden met opgebonden staart, valsch galon, leeren hoed, zwaar gepoederd haar, groote zweep en hooge laarzen.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek