United States or North Macedonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoe overvloedig echter het edele metaal in dit goudland opgehoopt lag, de toeloop van menschen om het te plunderen was nog grooter. Door deze opeenhooping, waaronder zich allerlei gemeen gespuis bevond, werd het leven er uiterst bezwaarlijk en de prijs van alles verbazend hoog. Eten en drinken waren bijna niet te betalen, een pond brood kostte een dollar.

»O juffrouwantwoordde de jonge vrouw, »hij is een maand geleden weggeloopen van zijn ouders, brave ijverige menschen, om zich bij een bende dieven en ander gespuis aan te sluiten; zijn moeder's hart is er bijna door gebroken.« »Wat een rakkerzei een van de vrouwen. »Ga naar huis, kleine deugnietzei de ander. »Dat ben ik nietriep Oliver angstig. »Ik ken haar niet.

'k Zag hem door de kleine deur sluipen en in den tuin gaan; er is hier dezer dagen veel slecht volk in de buurt, want met de kermis te Groenendaal zwerft allerlei gespuis rond, en ik dacht: die komt eens kijken, of hij hier wat op den kop kan tikken, 't Is zeker een jongen van een spel of zoo, dat kun je wel aan zijn plunje zien.

Gezelliger dan vele andere Snipvogels, maakt hij gaarne deel uit van kleine gezelschappen; wegens zijn waakzaamheid verzamelen zich steeds een aantal minder schrandere strandvogels om hem heen; hij bemoeit zich echter met dit gespuis niet meer, dan hem goeddunkt.

Hij die er zijn boer niet onder houdt, versterkt hem in zijn slechtheid... Niemand moet hem beklagen als men hem zijn arm of been ziet breken of wanneer hij aan het noodzakelikste gebrek heeft... Dat overmoedige gespuis is niet te verdragen. God zende hun alle ongeluk!" Een andere soort van »Sirventes" is de moraliserende. De grote man daarvoor is Peire Cardenal.

"Wat is dat, Elbert? verlaat gij ons weer?" vroeg Mom met bevreemding. "Ik moet wel," zeide Elbert: "ik gevoel weinig lust om door dat bezopen gespuis van ginder overhoop gestoken of in de gracht gesmeten te worden. Ik heb het ook fiks gezeid aan den Baron, dat ik het eeuwig verd...."

Toen zag hij, wat er in zijn molen gemalen werd. Guur gespuis was bezig, vijf Mark zilvers onder de steenen te vergruizelen. Vijf Mark zilvers, waarvoor de rijke mulder zich had vrijgekocht. "Ik heb twee paarden bij me," zeide de duistere gedaante. "We gaan rijden, Godeslas." De mulder staarde naar de geldstukken, die vermalen werden, en hij begreep, welke straf hij zou moeten lijden.

Hij is mijne armen en beenen voorafgegaan door de keel van dit helsch gespuis. Hij was vet genoeg." "Hoe, zij hebben den armen bakker Mathijs verslonden?" "En er zelfs geen het minste graatje van overgelaten. De zak, waarop ik te zelfder tijd sta en zit, is zijne huid; de snaren, daar aan dit slag van harp, zijn zijne darmen." "Welke gruwelijke dingen!" gilde ik verbleekende.

Ge weet: dat slag van menschen is tuk op geld en laat zich vrij gemakkelijk omkoopen om te zwijgen. Al is het ook nog zoo hard aan zulk gespuis geld te geven om dat weer gauw te verbrassen, zoo zie ik toch voor het oogenblik geen betere uitkomst." Balbinus was van dezelfde gedachte en hij telde dertig goudstukken neer om daarvoor het verlangde stilzwijgen te koopen.

Zijnen bezem recht als eene lans houdend, zeide hij: Dat gespuis, dat, in het leger van dappere makkers, anders niets doet dan schuimbekkend van woede, met een zure tronie rond te loopen om ruzie te zoeken, stinkt erger dan pest, dan melaatschheid en dood. Waar zij komen, vlucht de lach, versterft het blijde liedeken.