Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 mei 2025
Nu gaat ze weer naar huis; verder naar 't zuiden gaat ze niet. Nu heeft ze gedaan, wat ze doen moest, waarom zij van de bergen naar 't dal trok. Gravin Märta blijft op 't terras staan en lacht om haar onredelijke boosheid, maar weldra versterft de lach op haar lippen. Want, daar komen ze! Zij kan haar eigen oogen niet gelooven.
De regen en de rivieren maken ook nog de zuidelijkste streken van Europa, de landen aan de Middellandsche zee vruchtbaar, terwijl in den naastgelegen gordel, in de woestijn Sahara, met het wegloopen en opdroogen der wateren, alle leven, ook het menschelijke leven, versterft. In de regenlooze zonen is de grond van nature veel minder geschikt tot bebouwing.
Nu kan men dit van buiten af wel eenigszins verklaren door zijn indruk na te gaan en te zeggen: 't woordje "heel" is zacht van klank en "zeer" is hard, "heel" is bekoorlijk door natuurlijkheid, "zeer" is wijsneuzig deftig en in deez' regel waar een liefdeklacht ten einde droomt zoo als eens verren wandlaars avondlied versterft, klinkt 't woordje "heel" alleen.
Dan de stad uit: bijna ben ik gered, maar nog kan hij mij verschalken: eindelijk, den landweg op, eene rijzing van den grond bedekt de stad voor het oog, eene boomgroep doet torens en geveltoppen verdwijnen, het geluid in de straten gaat in, gegons over en versterft geheel: het bosch langs, met een onwederstaanbaren dwazen glimlach om de zonderlinge ontsnapping en de gelukte list: nu stil gestaan, om de versnelde ademhaling te bedaren, en omgezien ik ben alleen, vrij, vrij!
Zijnen bezem recht als eene lans houdend, zeide hij: Dat gespuis, dat, in het leger van dappere makkers, anders niets doet dan schuimbekkend van woede, met een zure tronie rond te loopen om ruzie te zoeken, stinkt erger dan pest, dan melaatschheid en dood. Waar zij komen, vlucht de lach, versterft het blijde liedeken.
Heel kort, als 'n krijschende galm die versterft en 'n leegte-van-stilte geslagen, stoof het hagel-geschuim door de straat. Bijna zonder verzwakking of wisling, zweeg het sissend gerucht, kletste de regen opnieuw, neerzwiepend de takken en 'n joelwind steende den huizenmuur langs, die hing als een doek aan rechtspannen lijn. "Adeschim wat 'n weer!", gromde de groentenjood, pruimsap neersputtrend.
Ja, valsch en bedrieglijk, met doornen bezwaard, Met neevlen omsluierd, is 't leven op aard: Toch weet ik een hoekjen, dat Eden beschaamt, Door de Englen HET LAND VAN DE LIEFDE genaamd. Woedt elders de bliksem in blaakrenden gloed, Versterft ieder bloemtjen in tranen en bloed, Hier drijven de stormen verschoonend voorbij: In 't LAND VAN DE EEUWIGE LIEFDE is het eeuwige Mei!
U te zien, is schoonheid zelve ontwaren, En, waar zij op donzige englen-schacht Nederstrijkt, om zeegnend rond te waren, Daar versterft de haat, en geurt de zomer-pracht Der liefde.... Donker oog, blijf dikwijls op mij staren!
Erger nog, hoe we tegen zoo oneindige liefde in toch den Heiligen Geest nog telkens bedroeven konden! En zoo mag het toch niet zijn! Daardoor verarmt Gods volk aan rijkdom van genade. Waar het danken verstomt, versterft ook het diep besef der Eeuwige Liefde in ons binnenste. De stomme lippen brengen een oordeel over onze ziel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek