United States or South Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Telkens echter werd er 'n nieuw hoekjen opgelicht van de gordyn die de Maatschappy of het nietig onderdeel er van dat hy nu te beschouwen kreeg tot-nog-toe voor z'n oogen bedekt hield. Langzamerhand ging deze nieuwsgierigheid in verzadiging over, weldra in minachting, en daarna in verachting en walg, waaruit ten-slotte de hoogmoed voortkwam die 't doel van ons streven moet zyn.

Nog zie ik al die kasten open; en op de planken hier en daar eenige voorwerpen van te weinig waarde om meegenomen te worden: een koffiekan, een gekramden kop en schotel, een oude pop, een half versleten schaapjen op drie pooten; ginds een paar pantoffels; wat verder een gesp; op een andere plaats een gescheurde trommel van Jan; aan een kapstok, een ouden pantalon van u; en in een hoekjen een masker, dat gij te Berlijn op de maskerade gedragen hadt, en dat Bram meenam in 't rijtuig om de kinderen vroolijk te houden.

Ja, valsch en bedrieglijk, met doornen bezwaard, Met neevlen omsluierd, is 't leven op aard: Toch weet ik een hoekjen, dat Eden beschaamt, Door de Englen HET LAND VAN DE LIEFDE genaamd. Woedt elders de bliksem in blaakrenden gloed, Versterft ieder bloemtjen in tranen en bloed, Hier drijven de stormen verschoonend voorbij: In 't LAND VAN DE EEUWIGE LIEFDE is het eeuwige Mei!

Ongelukkige vrouwen, zoo zy geen lucht mogen scheppen eer dit afloopen daar gebleken zal zijn! want veellicht, dat de tijding van mijn wedervaren nooit tot dat hoekjen der wareld koomt. Het is klaar, dat de Emir daar nu meê gemengd zijnde, ik nog te minder te rug kon. Het was een gedwongen spel geworden.

Maar 't lofdicht, dat ik had verwacht, Wijl ik de kerk zoo ruim bedacht! 'k Weet niet hoe 'k uit dien maalstroom kom; Roep den Notaris toch weêrom! De Neef 't Is zonder heksen toch te leeren; Ik ken wel erger, die regeeren. Staat niet in 't Burgermeesters boekjen: "Wijs bij de luî, mal om een hoekjen?"

Zijn vader was een rijtuigschilder, beroemd om zijn blinkend en nooit barstend vernis; maar de zoon had te veel "zenie" om bij dat vak te blijven. Hij vorscht met schijnbare onverschilligheid de plaats uit, aan zijn meesterstuk beschoren. Het schikt nogal, wat de hoogte betreft; maar in dit hoekjen is immers weer niets geen licht op den koperen emmer! Ach! de geheele wereld gaat er ook voorbij.

Ach! hoe trillen mij de leden, 'k Loop naar 't hoekjen van den haart; Vader zegt: in zulk een koude dient er hout noch turf gespaard. o Wij hebben zo veel voorraad voor den schralen wintertijd; Daar men mij met warme kleeren voor den strengen vorst bevrijdt. Winterpeeren, kool, en appels boter, vlees, ja wat niet al, Ligt er reeds in onze kelder, dat ons lekker smaken zal.