Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


Slechts enklen naadren, of verheffen schaamtlooze oogen: Zy, wier verhard gemoed zijn aart heeft uitgetogen, De wrekende Almacht niet als Rechter vreest van 't kwaad, Maar met een Duivlenhart en als een vijand haat. Gy kent den toestand van dees wareld. 'k Melde u niet, Het geen gy, met een meer dan arendsoog, doorziet.

Van de werklieden had ik geene verwachting ter wareld; ik vond echter reden om van hun te vrede te zijn. Daar was netheid en naauwkeurigheid in hun arbeid; 't geen te meer bevreemden moest, daar hun werktuigen-zelve zeer onvolkomen, en zelfs in veel opzichten vrij gebrekkig moesten heeten. Maar zy waren aan zoodanig gereedschap gewend, en der handeling daarvan, meester; wat anders behoefde men?

By u, en by die zon, die meineed weet te straffen, Zweere ik mijn' broeder wraak, en 't aardrijk rust te schaffen. Het bloed des Arbaliets zal boeten voor ons bloed; De wareld, veilig zijn van Reuzenovermoed. Ik zal des warelds juk op hun gebeent' verbreken; Of faal ik in 't bestaan, haar op my-zelven wreken! Maar gy, mijn broeders! thands mijn kinders, mijn gezin!

Ik zal by 't uitvoerige bericht, het welk ik my voorstelle van mijn reis door die wareld in 't licht te geven, deze vrucht nader doen kennen, zoo wel als het geen my verder omtrent het plantwezen, en de overige natuurrijken, heeft mogen gebeuren waar te nemen. Thands vergenoege ik my, met te melden dat dit voorbrengsel, na dat mijn geringe reisvoorraad op was, mijn eenig voedsel heeft uitgemaakt.

Maar daar was ter wareld geen uitzicht op. Ik gevoelde nu eerst in volle kracht, dat alleen voor zich-zelven te bestaan, geen bestaan is; dat men niet leeft, dan wanneer men in anderen leeft, en dezen in ons; en nu werd ik in een groote mate naargeestig. Alle lust verging my om waarnemingen te doen. Ik zag den hemel niet meer aan; ik bereisde mijn planeet niet meer.

Wien smeek ik, die mijn oog, ten hemel opgeheven, Die wareld weêr herbouw' en weêr herroep' in 't leven, Die, wat der waatren stroom in 't denkbeeld achterliet, In de eb der eeuwen met heur' afloop dreef in 't niet? Wie voert haar uit die nacht van 't ondoordringbaar duister Te rug?

Doch waar Dichterlijke warmte het hart overmeestert, schept het zich in de ontstoken verbeelding een Wareld, en wie betwist het ons?

Zoo klonk de wreede wet, der Wareld voorgeschreven! Geen andre keus dan dit: te buigen of te sneven! Tien stammen hadden reeds, onmachtig af te slaan, Den nood gehuldigd, en hun vordring toegestaan. Eén deel, besluitloos, rekte in radeloos beraden De dagen, onbeslist, terwijl zy uitkomst baden Aan Goden, doof voor hun.

Ongelukkige vrouwen, zoo zy geen lucht mogen scheppen eer dit afloopen daar gebleken zal zijn! want veellicht, dat de tijding van mijn wedervaren nooit tot dat hoekjen der wareld koomt. Het is klaar, dat de Emir daar nu meê gemengd zijnde, ik nog te minder te rug kon. Het was een gedwongen spel geworden.

Hy die dees wareld wil intreden, voor dien moet het toovertooneel, dat de Poëzy hem ontsluit, even zoo lang voor volstrekte waarheid verstrekken, als zy hem op haar vleugelen draagt, in haar wolken omvoert, en tot hooger licht door laat blikken, waarvan elke toeschemering, hoe onvolkomen ook, en zelfs hoe bedriegelijk, ons aan eenen hooger aanleg en hooger bestemming herinnert dan deze onze aardsche vervallen toestand met duidelijkheid toelaat te beseffen, en verder of anders dan in eene soort van hemelsche dronkenschap en bedwelming te genieten.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek