Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


Dit dal vormt in zijn bovengedeelte de grens van de waterbekkens van den Indus in het westen en van de Brahmapoetra in het oosten. Welk prachtig bergstelsel! Meer dan tweehonderd toppen van die bergmassa zijn reeds gemeten en zeventien daarvan rijzen hooger dan vijf-en-twintigduizend voeten! Vlak vóór de Albatros verhief zich de Everest-berg op achtduizend-achthonderd meters.

Mijn mannen waren uitbundig blij, dat na zooveel inspanning en zoo lange marschen het doel was bereikt en dat hun de belooning niet zou ontgaan. Lado, Aboe-Doema, mijn dragers en de inboorlingen kwamen mij de hand drukken en elk in hun taal feliciteeren. Er werd onderzocht, de wonden werden nagezien, de tanden gemeten en geschat, de ooren opgetild, die enorme ooren van den afrikaanschen olifant.

Frances Potter, de vrouwelijke arts der inrichting, geheel onderzocht, gewogen en volgens het systeem Bertillon gemeten. Bij eenigen twijfel aan de volmaakte lichamelijke of geestelijke gezondheid houdt Dr. Potter haar zoolang in observatie tot zij zekerheid heeft.

Koch, wiens proefschrift over de anthropologie der bewoners van Zuidwest Nieuw-Guinea wij zooeven vermeldden, heeft op zijn reis 78 Tugere's van Merauke gemeten, n.l. 46 mannen, 16 vrouwen en 16 kinderen: de mannen hadden dooreengenomen een lengte van 167, de vrouwen van 156 centimeters; niet alleen de lengte, maar ook de schouderbreedte der mannen overtreft die van de vrouwen; de maat van de heup is de eenige die bij de vrouwen grooter is.

Zijn vacht is over 't algemeen grijs van kleur, aan den kop, den romp, den staart en de dijen naar geelrood of roodbruin zweemend. De hoornen hebben, langs de krommingen gemeten, een lengte van 80 cM.; tot dicht bij de spits dragen zij ringen, die meestal sterk uitpuilen en scherpkantig zijn.

Van alle bekende Antilopen wijkt de Saïga of Steppen-antilope (Colus tataricus, Antilope saiga), die in het noordoosten van ons werelddeel veelvuldig voorkomt, door belangrijke eigenaardigheden zoo sterk af, dat men haar terecht als vertegenwoordiger van een bijzonder geslacht aanziet. Zij herinnert door haar gestalte en haar aard aan het Schaap, in sommige opzichten echter ook weder aan het Rendier. Haar gestalte is zeer plomp, het vel buitengewoon langharig en de beharing zoo dicht, dat zij op een gladde wollen deken gelijkt. Meer dan door eenig ander kenmerk onderscheidt zich de Saïga echter door den vorm van haar bovenkaak en meer bepaaldelijk van den neus. Gene steekt voorbij de onderkaak uit, deze is door een overlangsche groeve in tweeën verdeeld en met een kraakbeenige huid bekleed; hij kan samengetrokken worden, zoodat de huid rimpels verkrijgt, en is dus zeer beweeglijk; het geheel vormt een echte slurf; men zou dus aan deze groep den naam van "Slurf-antilopen" kunnen geven. De hoornen, die alleen bij den bok voorkomen, staan eenigszins verwijderd van elkander, zijn liervormig, bleek van kleur en doorschijnend. De rug en de zijden zijn in den zomer grijsgeelachtig, de ledematen onder de knie donkerder, de zijden van den hals, de onderzijde van den romp en de binnenzijde van de pooten wit, het voorhoofd en de kruin geelgrijs of aschgrauwachtig; een lancetvormige rugvlek in de kruisstreek, die met grovere en langere haren bezet is, heeft een zwartachtig bruine kleur. Tegen den winter wordt de vacht lichter van kleur, het dier krijgt dan een grijsgeelachtig, aan de buitenzijde witachtig haarkleed. De lengte van den volwassen bok bedraagt 1.3 M., waarvan 11 cM. op den staart komen, de hoogte van de schoft ternauwernood 80 cM.; de hoornen van den volwassen bok langs de kromming gemeten zijn 25

"We hébben 'n staart," hield pa, zéker van z'n weten, vol: "en die is vergroeid, omdat-ie ongebruikt bleef en 't zou me niks verwonderen dat met onze schouderbladeren mot je bladen of bladeren zeggen, Amélie? in vroeger tijden gevlogen is! Gister heb 'k bóven de kanarie gewogen...." "Piet wat 'n onzin....!" "....Geen onzin! Om den drommel geen onzin 'k heb 'm gewogen en z'n vleugels gemeten.

Over haar buitengewone vaardigheid in 't springen zijn eenige bepaalde waarnemingen gedaan: de door Von Wolten gemeten sprongwijdte van een Gems bedroeg 7 M. De genoemde onderzoeker zag een tamme Gems boven op een 4 M. hoogen muur en aan den anderen kant er weer afspringen; zij kwam juist op den rug van een boerenmeid terecht, die daar aan 't grasmaaien was.

Geen slagers en kenne ik, zoo dapper als... ei! die, slaande uwen klank uit der kelen, komt vinken en klinken hier, vroeg in de mei, en zitten en zingen en spelen. Ge 'n hebt me noch dit, in uw' zangen, gedwaald; noch dat, in uw zingen, vergeten; gelijk is het altijd, al 't gene gij taalt, gewikt en gemikt en gemeten.

Sommigen getuigen van diep gevoel en verdienen ook om de uitdrukking waardeering: maar afgescheiden van de kleur, zijn de meesten, althans met onzen tegenwoordigen maatstaf gemeten, niet meer dan middelmatig, vooral door de gebrekkige teekening.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek