United States or Palestine ? Vote for the TOP Country of the Week !


God heeft u begaafd met schoonheid ..." "Hoe kondet gij dit hopen, heer?" onderbrak Placida, "dewijl uw hart geheel is ingenomen door hetzelfde gevoel voor eene andere vrouw?" Robrecht, gemarteld door eene pijnlijke verlegenheid, murmelde eene onverstaanbare terechtwijzing.

Afschuwelijk gemarteld, werd hij begraven, vóór hij nog geheel dood was; met bovenmenschelijke inspanning werkte hij zich los uit zijn graf en sleepte zich naar de hollandsche linie, waar hij, bij de voorhoede aangekomen, den geest gaf. Toen eenmaal de citadel vermeesterd was, dacht men den oorlog ten einde. De sultan was aan de cholera gestorven, zonder een erfgenaam na te laten.

Moesten niet de vier anderen gemarteld en vermoord worden? Wij zullen naar de wigwams der Osagen rijden, om vele krijgslieden te halen. En dan zullen wij het spoor van die bleekgezichten volgen, om zoo velen hunner het licht uit te blazen als Manitou in onze handen overlevert." "In welke richting grazen nu de kudden der Osagen?" "Naar het Westen heen."

Zij ging er meê trouwen, Zij was een groote dame, en ging trouwen ... Met wien, wel met Jozef natuurlijk, met Jozef ... Hij was altijd bij haar geweest, nu ging zij met hem trouwen ... Zij was nu een getrouwde vrouw ... Zij gingen samen wandelen, heerlijk, de menschen keken om naar zoo'n mooi gekleede en gelukkige man en ... Dat was weêr een benauwde nacht, wat trokken zij toch haar lichaam uit elkaâr? moest zij dan zoo gemarteld worden? ... Een stuk van haar lichaam, dat er zich van afscheidde ... O, God, men had van haar lichaam afgescheurd, datgene, waarom Jozef zooveel van haar hield ... Want nu bleef hij wech, zij zag hem niet meer, hij bleef voor goed wech, ... Jozef, Jozef was dood ... Het groeide op en werd hooger naast haar, het wezen, dat uit haar was voortgekomen ... Jozefs gezicht was er in afgedrukt, maar altijd bleef het tusschen haar en Jozef ... als een onoverkomelijke scheiding ... En Jozef veranderde van trekken, hij leek niet meer op den vroegeren Jozef, het was een vreemde man, het was Jozef niet meer ... Want hij was dood, lang dood, wechgezonken onder den grond ... Zie, daar was zijn gezicht, aan de zoldering, aan den wand, op de vloer.

Diepe rimpels hadden zijne wezenstrekken in verschillende richtingen geploegd ... en iets anders, schrikkelijk teeken! getuigde, hoe zijn hart den nacht te voren was gemarteld geworden: zijne haren waren wit als sneeuw!

Uit hun oogen sprak echter duidelijk wantrouwen in de bedoelingen van den blanken man. Ze konden zich niet voorstellen, dat deze hen zou laten leven. Was dat misschien nog niet veel erger? Zouden ze niet gemarteld en gepijnigd worden? Dan verkozen ze nog liever een snellen dood! »Hebt ge mij verstaan en goed begrepen?" vroeg Kees, hen één voor één in de oogen ziende. De mannen knikten.

Zij waren naar mijn gissing ettelijke honderdtallen sterk, wij doodden er eenigen van, en acht der onzen werden door hen doodgeschoten; ik werd met de overige vier overweldigd en gekneveld. Er werd gerecht over ons gehouden, en wij vernamen, dat wij hedenavond aan het vuur gemarteld, en vervolgens levend verbrand zouden worden.

Indien zij dit met goed gevolg volbrengt, zal ik haar rijke geschenken geven, maar indien zij faalt, zult gij gemarteld worden." De arme man ging weenende terug naar zijn hut en vertelde alles aan zijn dochter. Het meisje zag dadelijk, dat de eieren, die de tsaar gezonden had, gekookt waren, en verzocht haar vader zich ter ruste te leggen, terwijl zij overlegde, wat haar te doen stond.

Geen nederlaag, geen angst voor de vreeselijke wraakoefening, gepleegd op de gevangenen die afschuwelijk werden gemarteld, kon den moed der opstandelingen doen zinken; zij streden met de vertwijfeling der wanhoop, onder de heldhaftige en bezielende leiding van mannen als Modesto Diaz, Gomez, Vicente Garcia en Ignacio Agramonte.

Ik verlaat hem voor altijd juffrouw Anna. Nu kan, wie wil, hem meênemen." Hij buigt zich neer om Gösta op te tillen. Maar daar komt Anna vlak bij hem, ziet hem doorborend aan en sist als een gemarteld dier: "In Gods naam, man, rijd naar huis. Weet je niet wie er in den schommelstoel op de zaal zit en op je wacht? Durf je hem te laten wachten?"