Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
"Wat is er?" vroegen zij, buiten komende. "Luister", antwoordde Khamis. Vijfhonderd meter verder maakte de rivier eensklaps een rechtsche bocht, in eene kromming, waar de boomen weer in dichte massa's stonden. In die richting nu klonk een dof gerommel, heel iets anders als het geloei van buffels of het gebrul van roofdieren. "Een vreemd geluid", zei John Cort.
Indien het kind niet bewusteloos ware geraakt en tegengesparteld had, waren wij beiden op den bodem van den afgrond gebleven. En terwijl ik voortzwom, werd mijn keel door een doodelijken angst dichtgeschroefd. Ik riep Jacques: Ik poogde in de verte te blikken, maar hoorde slechts het geloei, ik zag de bleeke oppervlakte der Durance. Jacques en Babet rustten in de diepte.
Haar stem was soms een geknor, soms een zacht geloei; door het loeien gaf zij haar verlangen naar voedsel te kennen. In gevangenschap gedijen deze Antilopen bij eenvoudig voedsel goed en leven lang; ook haar voortplanting levert geen bezwaren op.
Die vreemde bevolking der secundaire periode is, zooals wij zagen, met de labyrinthodonten begonnen. Stellen wij ons behalve die vreemde vormen ook nog de woeste kreten van al die kruipende dieren voor: het geloei en gehuil der dinosauri, het gekwaak van den labyrinthodon, dien reusachtigen kikvorsch, aan den oever van de zilte meren!
Dit schrikwekkend wezen draait een oogenblik in het ronde, stoot zich zelven tegen muur en tafel en blikt met zijne roode, vlammende oogen naar deur en venster, als zochte hij eene baan om uit zijne gevangenis te ontsnappen.... Maar eensklaps doet hij eene beweging, als bemerkte hij nu eerst de prinses; een vervaarlijk geloei stijgt op uit zijne holle borst; hij nadert de arme juffer en steekt zijne klauwen tot haar uit....
»Het was alsof het van den overkant klonk." »Dat docht mij ook." »Laten wij luisteren!" Beiden keken rechts en links naar den kant van den waterval uit; maar zij konden niets bespeuren. Zij hadden toch zeer duidelijk de woorden: hulp!.... hulp!.... tusschen de regelmatige tusschenpoozen van het geloei van den Rjukanfos, die ongeveer eene minuut duren, gehoord.
Doch dit geruisch nam toe en werd een waar geloei, toen de paarden den waterval van den Satkhound bereikt hadden, die van een hoogte van vijftig vademen valt, gebroken en verscheurd door de scherpe rotsen van kwarts en basalt.
De nacht van den 11den op den 12den Maart werd niet tusschen de wortels van een katoenboom doorgebracht, maar aan den voet van een niet minder reusachtigen boom, een bombax, wiens stam zich honderd voet hoog verhief. Het waken geschiedde als naar gewoonte en de rust werd niet verstoord, dan door het verwijderd geloei van buffels of neushoorns.
De koning der dieren heeft ruimte noodig, groote vlakten door de zon bestraald, waar hij bot kan vieren aan zijn ontembaren vrijheidszin. En ook kon het geen geloei van nijlpaarden zijn, hetgeen voor onze vrienden wel te betreuren was, want de nabijheid van die dikhuiden zou tevens de nabijheid eener rivier hebben verraden. Den volgenden morgen vroeg, bij betrokken lucht, trok men weder voort.
Had de aanrollende zee, die langs de kust liep, haar reeds snel meegesleept onder langs den straatweg en de klippen, tot bij de grot van Clam Shell? »Helena! Helena!!" Die naam weerklonk onophoudelijk te midden van het geloei van den wind, het gedonder en het geklots der golven. Maar geen kreet die daarop antwoord gaf, of ook antwoord kon geven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek