Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Zij zijn wel uit 't gezicht, maar nog niet uit mijn handen, Nog uit hun slavernij, al schijnen ze uit de banden Van 't slaafsche juk te zijn: Zij werden na gedraafd, En eer den vluggen tijd de bleeke zon begraaft, Zie ik hun achterhaald en onverziens bedrogen, Gelijk de vogel 't net wordt over 't hoofd getogen, En als in 't bladig bosch zoo schielijk 't bloode hert Beschreit zijn vrijheid, alst in strikken is verwerd, Zoo zal ook al betraand 't heirleger der Hebreeuwen Hun vrijheid zien beroofd voor allen tijd en eeuwen.
Ook de beide vrienden dommelden, knikkebolden. Cecilius berekende, dat die voorname Plinius schatrijk moest zijn. Maar die aardige Martialis, met zijn rare, korte toga-tje, geen as moest hebben. En hij keek weêr uit, omdat de dragers af sloegen, links bij de vijftiende mijlpaal. Wat hadden zij vlug en gelijkmatig gedraafd!
Al onthoudt men zich van de herhaling van het afgezaagde deuntje, dat de Portugeezen voor altijd vroolijk verklaart, moet toch erkend worden, dat de aanblik van de stad Lissabon vóór alles opgewekt, licht en vriendelijk is. Er wordt niet gedraafd, er wordt gewandeld, en zelfs diegenen, die naar hun zaken gaan, hebben niets van dat gejaagde, dat men in andere landen ziet.
En met de handen in de lucht wemelende, liep hij vol blijdschap het dorp in. Het was wel elf uren in den morgen, als Mie-Wanna met de blinde grootmoeder en met de kinderen de stad bereikte. Zij hadden gedraafd, gehuppeld, gezweet; het rood der vermoeidheid gloeide op hunne wangen; zij hijgden naar adem, maar toch waren zij vroolijk en glinsterde in hunne oogen de vonk der gelukkige verwachting.
De eigenaardige galm die door dat zonderlinge gewelf dreunde en 't spreken moeielyk maakte, was daarvan zeker de oorzaak. Maar toen ze weer in de open lucht kwamen, klaagde Jansen over den vreeselyken tocht die hem de oogen vol zand gewaaid had. Zou je wel gelooven, jongeheer, dat ze 'r van tranen? En ik ben moè ook. Ja, ja, ik heb vandaag al wat af gedraafd, en verlang naar 'n zitje.
Zoo lang heb je gedraafd, zoo ver heb je mij gevoerd, weg van mijn vader en van mijn verwanten en mijn maagden zijn niet om mij heen! Mijn lief, mijn lief, waar zijn wij? Ik kuste haar met mijn snoet de hand, ik likte haar de palm, maar ik wist niet haar te antwoorden. En zij rees plotseling op.
"Als ik er niet geweest was, hadden zij zich allen te barsten kunnen loopen; maar ik heb hem gevangen." "Gij," bromde Haley, in geene zachtzinnige luim. "Als gij er niet geweest waart, zou het nooit gebeurd zijn." "God zegene ons, Mijnheer!" antwoordde Sam op een toon van diepe spijt. "En ik heb geloopen en gedraafd, dat het zweet van mij neerdruipt." "Zoo!" hervatte Haley.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek