Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


Driemalen zij vervloekt de nacht, die met zijn veêren Bespreed heeft Tisifone, Alecton, en Megeren , Den Atropos , die meer sterflijken heeft ontzield, Dan Astren dezen nacht om ons hebben gewield : O Febus! hadt gij ons gewaarschuwd toch zorgvuldig Eer gij uw blonde hoofd en uw paruike guldig Ter kwader tijd vertrokt van onzen horizont, Geheel Egypte waar zoo deerlijk niet doorwond In zijnen eersten slaap: dat alletijd met tranen Zij dezen nacht beschreit, dat nimmer 't licht der manen Zijn duisternis doorstraalt: dat nimmermeer 't ghestert Verlicht met heuren glans zijn donker zeilen zwart.

Zij zijn wel uit 't gezicht, maar nog niet uit mijn handen, Nog uit hun slavernij, al schijnen ze uit de banden Van 't slaafsche juk te zijn: Zij werden na gedraafd, En eer den vluggen tijd de bleeke zon begraaft, Zie ik hun achterhaald en onverziens bedrogen, Gelijk de vogel 't net wordt over 't hoofd getogen, En als in 't bladig bosch zoo schielijk 't bloode hert Beschreit zijn vrijheid, alst in strikken is verwerd, Zoo zal ook al betraand 't heirleger der Hebreeuwen Hun vrijheid zien beroofd voor allen tijd en eeuwen.

Het klein genot stroomt toe van alle zijden, Het Groot Geluk geen leven tweemaal wijdt, Wee, die dan, om wat vreugd en klein verblijden, Den Droom van zijn verkwiste jeugd beschreit. Want Ziel, als vrouw haar kind, brengt droomen groot En is dan verder voor bevruchting dood; Zij kan niet langer, dan zij zelf heeft, baren.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek