Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Doch eer we nu voor goed afscheid nemen van deze buurt en ervaren, hoe de verslechtering op verbetering uitliep, willen we nog een paar figuren gedenken, die voor mij onafscheidelijk aan dit wereldje gebonden zijn. En dan komt allereerst aan de beurt ons perehietvrouwtje.

Had God de hunnen gered, of moesten zij evenals Koos Labuschagne hun treurig uiteinde bewenen? Ouders sidderden, als zij dachten aan hun kinderen. Kinderen beefden van ontzetting bij het gedenken aan hun ouders.

4 Voorts begon hij: "Gij wilt dat ik vernieuwe de wanhopige smart, die mij het hart prangt, reeds zoo door harer te gedenken, voor ik er van spreke. 7 Maar zoo mijn woorden het zaad moeten zijn, dat schande doe opgroeien voor den verrader dien ik knauw, zult gij mij tegelijk zien weenen en spreken.

Zoolang haar hart aan den doode hing, wien zij gedenken kon in 't gebed, was er geene schuld in die trouw; maar nu het den levende gold, den levende, die zich van haar had afgekeerd, nu was dat zuchten over het schepsel niet zoo onschuldig, nu was er gevaar, een gevaar dat zij ontkomen wilde door zich te sterken in haar God. Het was voorbij.

Er is niemand onder u, die niet altijd heel goed voor mij geweest is; en ik wilde u iets geven, dat ge mij altijd gedenken moogt, als ge het ziet. Ik zal u ieder eene krul van mijn haar geven; en als ge die aanziet, denk dan dat ik u liefhad en naar den hemel ben gegaan, en dat ik zoo verlang u allen daar te zien."

Die een onrecht te herstellen heeft, strijdt in den regel goed; maar oneindig beter hij, wien het geleden onrecht tot drijfveer is, om naar een betere toestand te streven, een toestand, waarin hij balsem vindt voor zijne wonden, loon voor zijn dapperheid, dank voor zijne moeite, en bij zijnen dood een roemrijk gedenken.

Want eeuwig slaapt, wien ’t lachend leven vlood, En, met den lach, stierf zijne liefde heen: ’t Gedenken blijft alleen. Slechts de gedachte aan hem, dien ons de dood onttoog, Blijft, voor wie hem bemint, bestaan. Wij willen zien, en zien de wolken aan, Doch zien zijn beeltnis niet omhoog. Dáár blinken starren, zacht, gelijk zijn oog.... God mijner ziel!

De Deken beijverde zich te verklaren, dat, hoe ver hij het ook in de wereld brengen zou, hij zijne vroegere vrienden altijd zou gedenken en bijstaan, en dat hij zeker zijn leeraar in de tooverkunst nooit zou vergeten.

Zijn wit aangezicht glom onder de polychrome belichting van de glazen poortkoepel. Simon! riep Doening. Vergeet mij. Simon vluchtte weg op straat. Hij verdween onder de olmen. Pastoor Doening, in beide handen zijn hoofd bergend, bleef staan, verzamelde pijnlijk zijne gepeinzen, en zuchtte: Ik zal hem gedenken, hem vurig gedenken .... Spaar hem, o God! Hij steeg langzaam de trap op.

En des avonds, bij het avondgebed, gaat er een groot geween langs den Klaagmuur. Zij weenen hier om de vermoorde kinderen van Gods vrome leerscholen. Zij weenen, omdat de vrede het Joodsche Volk geen vrede brengen zal. Jeruzalem, Jeruzalem, waar stijgen de smeekgebeden en de klaaggebeden vromer op? En weenend gedenken wij de schrikkelijke middaggebeden van den Grooten Verzoendag.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek