United States or Myanmar ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wij stemmen toe, dat hij een sterk en dapper ridder is; maar wij zijn niet in de dagen van Koning Arthur, toen één kampvechter tegen een heel leger kon strijden. Als Richard werkelijk terugkeert, moet hij alléén komen, zonder gevolg, zonder vrienden. De beenderen van zijn dapper leger zijn op de zandwoestijnen van Palestina gebleekt.

Het gaat maar zoo als het gaat! verontschuldigde zich Martialis. Dit tafellaken is gebleekt op de velden. Deze Nomentaner is van mijn eigen wingerd maar jaren ligt hij reeds in den kelder.

Toen de ochtend begon te grauwen, Stonden al de broeders bij het aanbreken van den dag op, En ieder spoedde zich naar de Boyana: Aanschouwt nu! twee edele jonge vrouwen: Ze zijn half-zusters, de oudste zusters De een brengt haar door de sneeuw gebleekt linnen Om het nog eens in de zomerzon te bleeken. Zie! zij komt naar de bleekvelden Daar blijft zij staan zij doet geen stap nader.

Een blanke, die zich naast een Tahitiër baadde, was evenals eene plant welke een tuinman kunstmatig heeft gebleekt, vergeleken met eene fraaie donkergroene, die krachtig in het open veld bloeit. De meeste mannen zijn getatoueerd, en de versieringen volgen de bochten van het lichaam zoo regelmatig, dat het een hoogst bevalligen indruk maakt.

Bij het uitzoeken van deze zaken zijn zij, naar het schijnt, zeer kieschkeurig; zij nemen alleen zulke, die wit gebleekt of kleurenrijk zijn.

Ik heb de beenderen zelf afgeschrapt, gekookt, gespoeld en gebleekt. Ook daarvoor moet ik u danken. Wilt gij mij beleedigen? Volstrekt niet, maar ge begrijpt toch wel dat ik op mijn paard geen skelet kan meenemen. Dat is waar! Maar veroorloof me dan tenminste dat ik u hartelijk de hand druk. De Hekim was, als de meeste dikke menschen, in den grond een zeer goedig manneke.

De staartspits is zwart. De levenswijze en jachtgewoonten van den Adjag komen, naar het schijnt, in hoofdzaak met die van den Kolsoen overeen; dat hij groote dieren, die zich verweren kunnen, vervolgt, vinden wij niet van hem vermeld. Zijn woonplaats is op Sumatra en Java gelegen en strekt zich, voorzoover zij thans bekend is, van ongeveer 1000 M. hoogte uit tot aan het zeestrand, waar hij, volgens Junghuhn, in sommige tijden een zeer eigenaardige prooi vervolgt. "Toen ik," zegt Junghuhn, "den 14en Mei 1846, uit het langs de kust zich uitstrekkend kreupelbosch van den Tandjoeng-Sodong kwam en het breede zeestrand overzag tot aan de overzijde, waar zich, de landtong Pangarok (letterlijk vertaald: 'Schildpaddenoorlog') bevindt, kon ik mij op een slagveld verplaatst wanen. Honderden geraamten van merkwaardig groote Schildpadden lagen overal verspreid. Eenige waren door de zon gebleekt en bestonden slechts uit gladde beenderen, andere waren nog ten deele gevuld met de verrottende, stinkende ingewanden, nog andere waren versch en bloederig; alle lagen echter op den rug. Op deze plaats worden n.l. de Schildpadden gedurende hun nachtelijke wandeling van den zeeoever naar de duinen en van hier terug naar de zee door de Wilde Honden aangevallen. Deze komen in troepen van 20

Ook het inwendig maaksel van deze zeereuzen vertoont belangrijke eigenaardigheden. De beenderen van het geraamte onderscheiden zich door hun los, sponsachtig weefsel; zij zijn zoo innig doordrongen met vloeibaar vet, dat dit hun bijna niet ontnomen kan worden; na gedurende langen tijd gebleekt te zijn, behouden zij altijd nog een vettig, geelachtig uitzicht; daarentegen ontbreken aan alle beenderen de mergkanalen. Aan den kolossalen schedel, die slechts bij zeer weinige soorten in een regelmatige verhouding tot den romp staat, zijn de beenderen van den kop op een vreemdsoortige wijze verschoven; zij liggen los op elkander of hangen slechts door weeke deelen met andere beenderen samen; enkele van hen komen ons nietig klein (rudimentair), andere opmerkelijk vergroot voor, alle orde en regel schijnt verdwenen te zijn. Aan de wervelkolom is vooral het halsgedeelte opmerkelijk. Nog is het gewone aantal wervels aanwezig, maar deze gelijken, met uitzondering van den eersten, op dunne platte ringen; opmerkelijk is hun geringe beweeglijkheid; niet zelden vergroeien zij voor een deel zoo innig met elkander, dat men alleen aan de openingen, waardoor de paren halszenuwen het ruggemergskanaal verlaten, kan zien, dat er zeven halswervels zijn. Bovendien hebben de Walvischachtigen 11

Gelukkig was 't aantal voorbygangers, om 't vroege morgenuur, nog zeer gering. Bovendien, hy lag niet zeer naby het pad dat door 't grasveldje kronkelde, en de meesten gingen voorby zonder hem te zien. Maar straks als er gebleekt moest worden, zoud-i in den weg liggen, dat was zeker. Z'n droomen blyven als 't wakend leven-zelf 'n zonderling mengsel van schyn en werkelykheid.

Het linnen, wat grof van draad, met donkere rechtlijnige figuren, had de eigenaardige originaliteit van al die stoffen, die ontsnapt zijn aan de regelmaat van de machine, een bijzonder karakter, dat men in zooveel oostersche huizen terugvindt, waar de stoffen door de dochters van den huize zijn gesponnen en geweven en tot kleedingstukken vermaakt voor haar uitzet, om dan te worden gebleekt en gedroogd op de naburige weide naast de ellenlange nog onversneden stukken linnen.