Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


Het geraamte van het hoeflid bestaat uit twee beenderen van zeer ongelijke grootte: het voorste en grootste, het hoefbeen, is sponsachtig, heeft een scherpen, halfcirkelvormigen onderrand, die de eenigszins uitgeholde ondervlakte van het hoefbeen van voren en aan de zijden begrenst; het achterste, kleinere beentje, dat, evenals het hoefbeen, met de ondervlakte van het kroonbeen verbonden is, heet straalbeen.

Ik trok de struiken en planten rondom uit, en het geheele geraamte ontdekte zich dus, vrij volkomen wat de deelen of leden betrof, doch, even als de geleding des dijbeens, krijtachtig wit, en meestal geheel sponsachtig geworden; ook op vele plaatsen met een fijn mosch begroeid.

Van de schadelijkheid of van het nut van den Wisent kan in den tegenwoordigen tijd ter nauwernood sprake zijn. In het woud van Bialowitsch komen de vernielingen, die dit dier bij 't zoeken van voedsel of uit overmoed aanricht, niet in aanmerking; zijn nut is echter evenmin van beteekenis. Naar men zegt, houdt de smaak van 't vleesch ongeveer het midden tusschen dat van het Rund en dat van het Hert; vooral het vleesch van de wijfjes en jongen wordt geroemd. De Polen beschouwden eertijds het gezouten Wisent-vleesch als een lekkernij en zonden het als geschenk aan vorstelijke hoven. Van het vel wordt sterk en duurzaam, maar los en sponsachtig leder bereid; men gebruikt het tegenwoordig hoogstens om er riemen of strengen van te snijden. Van de hoornen en hoeven worden allerlei voorwerpen vervaardigd, waaraan een zekere beveiligende kracht wordt toegeschreven. Van de fraaie, stevige hoornen maakten onze voorvaders hoofdzakelijk drinkbekers; de bewoners van den Kaukasus gebruiken ze thans nog in plaats van drinkglazen. Bij een gastmaal dat een Kaukasisch vorst ter eere van Generaal Rozen gaf, werden 50

De stam, die soms honderd voet hoog wordt, is wel sponsachtig en dun, maar toch vast en bruikbaar tot balken, latten en masten voor huizen en schepen. De holle palmstammen dienen tot goten en waterleidingen; uit de wortels vlecht men korven en wannen het netweefsel aan iederen bladwortel wordt tot kinderwiegen en paklinnen verbruikt.

Het gedroogde vleesch, dat, fijngemaakt en innig met vet gemengd, onder den naam "pemmican" bekend is en waaraan voor de deelnemers aan expedities in de poolgewesten ook wel rozijnen worden toegevoegd , heeft den naam van smakelijk en zeer voedzaam te zijn; de tong wordt als een lekkernij beschouwd. Het vleesch van de koeien is nog vetter dan dat van de stieren, dat van de kalveren is buitengewoon malsch. Van het vel vervaardigden de Indianen warme kleedingstukken, tentkleeden en bedden, zadels, gordels enz.; ook bedekten zij soms het geraamte van hunne booten er mede. Van de beenderen maakten zij zadelgestellen en messen voor het ontharen der huiden; van de pezen vlochten zij koorden voor hunne bogen en naaigaren; de banden en beenderen van den voet werden in water gekookt voor de lijmbereiding, van de lange haren van den hals en den kop werd touw gedraaid; de staart diende als vliegenverdrijver, de drek als brandstof. Ook bij de Europeanen waren de vellen van de Bisons zeer gezocht. Het hiervan bereide leder is uitmuntend, hoewel een weinig sponsachtig; de behaarde huid kan voor allerlei kleeden gebruikt worden. Vellen zonder gebreken, die een dertigtal jaren geleden 18

De Papaije, tot haare volwassenheid gekomen zynde, heeft de grootte en gedaante van een water-meloen; maar haar vleesch is harder en vaster, en in het begin groen zynde, word zy naderhand geel. Het binnenste gedeelte van dit vleesch is sponsachtig, zoet, en onëindig vol met korrels.

Somtijds zijn de eerste celgroepen, door een zwerm gemaakt, geel en vochtig en sponsachtig van uiterlijk, met dikke onregelmatige wanden, en het lijkt wel of zij bedoeld zijn als niet anders dan een tijdelijke bergplaats voor den komenden nektar, tot er tijd is om de eigenlijke honingcellen klaar te krijgen.

De dikke, bijna onbehaarde huid is buitengewoon sponsachtig en zacht; zij levert een soort van leder, waardoor het water gemakkelijk heendringen kan, en dat derhalve alleen voor riemen, voetkleeden en rijzadels gebruikt wordt. De meisjes van den Botokoedenstam rijgen de knaagtanden van het Waterzwijn aan een snoer en maken er arm- en halsbanden van. Ander nut levert dit dier niet op.

De moederkoek is een sponsachtig weeke, platte schijf, die grootendeels uit bloedvaten is opgebouwd. Zij zit aan den wand der baarmoeder vast en is door een lange streng met de vrucht verbonden. Deze streng, de navelstreng, is ongeveer een vinger dik en een halven meter lang en bestaat nagenoeg alleen uit bloedvaten.

De tong moet zoo versch mogelijk zijn en, geklopt zijnde, met water en zout in eene niet te grooten pan worden opgehangen, om drie uren lang goed te koken. Of zij gaar is kan men daaraan zien, dat het vel dan gemakkelijk loslaat; men trekt er dit geheel af, terwijl men het been er uitneemt en als zich achter aan de tong een stuk sponsachtig vleesch bevindt, snijdt men ook dit er af.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek