Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Hun lichaam is buitengewoon plomp gebouwd, de romp log en dik, de hals dik en kort, de kop onbehouwen van vorm, de staart een klein, bijna onbehaard stompje; de ledematen zijn kort en krom, de voeten met vijf teenen voorzien en met lange, forsche, sikkelvormige klauwen gewapend, die alleen aan den binnenteen der achterste ledematen ontbreken; de zolen zijn breed en onbehaard; de teenen, die op den binnensten volgen, vergroeien gedeeltelijk met elkander.
Aan de wervels merkt men sterke doornuitsteeksels en lange dwarse uitsteeksels op; de lendewervels vergroeien dikwijls bijna volkomen met elkander; het aantal staartwervels wisselt binnen vrij wijde grenzen af.
De halswervels, die bij het vorige geslacht op lateren leeftijd dikwijls met elkander vergroeien, blijven hier beweegbaar.
Bij het uitspreken dezer woorden schouwde zij Disdir in de oogen met eenen blik zoo biddend en zoo vriendelijk, dat hij er tot in de ziel door werd ontroerd. Dakerlia zou hem kunnen beminnen? Gaven niet hare woorden hem die hoop? Straalde niet uit hare oogen de belofte dat zij zou pogen hare dankbaarheid tot een zoeter gevoel te laten vergroeien?
Is het wonder, dat zoovele van die planten in het wild schieten of vergroeien of in het geheel niet opkomen? Soms verbeeld ik mij, dat men bij ons jongens te werk ging als bij het opzetten van een apothekers of drogistwinkel. Van alles moesten wij zoo wat in den winkel hebben, van alle markten moesten wij thuis zijn.
De Spechten (Picidae) hebben de volgende kenmerken gemeen: De romp is langwerpig, de snavel dik, meestal recht, kegel- of beitelvormig, de scherpkantige snavelrug eindigt aan de spits in een verticalen, snijdenden rand. De pooten zijn kort, dik en binnenwaarts gebogen, de teenen lang en bij paren geplaatst; die van het voorste paar vergroeien onderling tot op de helft van het eerste lid. Bij den eigenlijken achterteen, de kortste van alle vier, heeft zich de buitenste voorteen, de langste van alle teenen, gevoegd; het komt echter ook wel voor, dat de achterteen rudimentair is of geheel ontbreekt, zoodat de poot slechts drie teenen heeft . Alle teenen zijn met zeer groote, dikke, scherpe, halvemaanvormige klauwen gewapend. De vleugels zijn middelmatig lang en een weinig afgerond, de 10 handpennen smal en spits, de 9
De ondereinden der vier gangen vergroeien met elkaar, er komen daaraan twee kleine uitstulpsels te voorschijn: de aanleg voor de latere prostata en de vesiculae seminales is daar.
Ook het inwendig maaksel van deze zeereuzen vertoont belangrijke eigenaardigheden. De beenderen van het geraamte onderscheiden zich door hun los, sponsachtig weefsel; zij zijn zoo innig doordrongen met vloeibaar vet, dat dit hun bijna niet ontnomen kan worden; na gedurende langen tijd gebleekt te zijn, behouden zij altijd nog een vettig, geelachtig uitzicht; daarentegen ontbreken aan alle beenderen de mergkanalen. Aan den kolossalen schedel, die slechts bij zeer weinige soorten in een regelmatige verhouding tot den romp staat, zijn de beenderen van den kop op een vreemdsoortige wijze verschoven; zij liggen los op elkander of hangen slechts door weeke deelen met andere beenderen samen; enkele van hen komen ons nietig klein (rudimentair), andere opmerkelijk vergroot voor, alle orde en regel schijnt verdwenen te zijn. Aan de wervelkolom is vooral het halsgedeelte opmerkelijk. Nog is het gewone aantal wervels aanwezig, maar deze gelijken, met uitzondering van den eersten, op dunne platte ringen; opmerkelijk is hun geringe beweeglijkheid; niet zelden vergroeien zij voor een deel zoo innig met elkander, dat men alleen aan de openingen, waardoor de paren halszenuwen het ruggemergskanaal verlaten, kan zien, dat er zeven halswervels zijn. Bovendien hebben de Walvischachtigen 11
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek