Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 oktober 2025
Doch toen de zon zoo helder verrees, en zij den jongeling ofschoon aan dit natuurtooneel gewoon tot den Schepper voerde, toen dacht hij: Zoo as God wil, zal 't goed wêzen. Op zijn wandeling ontmoette Frerik niets bijzonders, doch toen hij nabij E. was gekomen, reed hem de baron Van Sommer met zijn zoon Alfred die óók loten moest in het sierlijke rijtuig voorbij.
Grootvader at weinig, Frerik heel min, en Door geen spier , terwijl Bart voor de derde maal zijn bord vulde, "went, warken en honger liejen dat kos niet!" Den volgenden morgen vertrok Frerik. Was het den jongen soldaat vreemd in zijne nieuwe omgeving, vreemd evenzeer was het zijnen huisgenooten te H. toen de jongen weg was. Grootvader vooral zuchtte dikwijls.
Of Door iets op de deel verrichten moest, waarheen Frerik zich begeven had, weten wij niet; maar zeker is het, dat zij er kwam toen Frerik daar op en neer liep, en dat ze ook zoo roar wier toen Frerik zei: "Door, heur is!" "Wat is 't, Frerik?" vroeg het meisje, terwijl ze hem naderde. "Door," begon de boerenjongen: "ge weet da'k mergen vort mot.
En, 't werken soamen, en 't sprêken soamen, en 't êten en 't stoeien soamen, en dat alles, alles, alles, ging hem door het brein, en eindelijk zei hij, doch half luide: "Door, 't zal me toch ook vremd zin, as 'k van óu af bin." "Nou Frerik, dat g'leuf'k," zei het meisje: "'t zal mien ook zoo allinnig wêzen." "'k Mag oe zoo best," hernam Frerik. "Ik oe ook," zei Door.
Grootvader Wessels keek zoo triestig en sprak bitter weinig. Bart was in den tabak um slekke te stêken en 't onnut te hakken. "Oangriepen zou ie zich," dat had hij gezegd, en nu het op scheiden aankwam nou had ie 'r ook spiet af dat Frerik de deur uitgoeng.
"Ik zeg oe ummers, da'k nie best kapoabel bin," hernam de grootvader: "Heur is Bart," vervolgde hij, terwijl hij naar de "gloasdere kast" ging en er het afgepaste pachtgeld uitnam: "heur is, a'j nou grootvoader toonen wilt da'j 'en goeje jong bint, en wilt zien da'k van oe hou zooas van Frerik, dan mo'j doen wa'k zeg.
Frerik lachte zenuwachtig; Doortje had geen woorden, en de jonker, nog versuft door de slagen, die ook zijn oogen hadden getroffen, zocht zich, scharrelende, uit de voeten te maken. Na eenig zwijgen want zwijgen is veelal de tolk der eerste blijde aandoening des wederziens bij geliefden volgde er een schielijk geuite verklaring van hetgeen er zooeven gebeurd was.
De maand Augustus was aangebroken. De tabak, die de gebrekkige verzorging in aanmerking genomen nog voor het grootste deel redelijk wel te velde stond, wachtte reeds op de tweede breking. Goddank, Frerik zou gauw weerum kommen en grootvoader zo blied zin! Aan Bart dacht de oude ditmaal niet, en dat de vorige pacht nog onbetaald was, dat scheen hij waarlijk ook te hebben vergeten. Vergeten!
Hierop volgde er van den oude een, dikwerf door Frerik afgebroken verhaal van 't geen er na zijn vertrek, met Bart en 't geld, bij den b'ron, met Doortje, en 's middags met de tabak gebeurd was, zoodat, toen hij ten slotte nogmaals de vraag uitte: "Wat zal 't einde wêzen....?" hij den kleinzoon vragend bleef aanstaren, en de kleinzoon hem.
En jij man, met de glimmende knoopen" Frerik heeft de soldatenjas nog aan "hoe is het, ben jij ook tevreden?" De oude Wessels, die wat erg vergeetachtig is, heeft de zaak maar half begrepen, en zegt alleen: "'t Is 'en ding, 't is 'en ding!" Doortje durft den mond niet openen, en Frerik, die toch wat antwoorden moet, zegt: "Moar da's al te arg; da's al te arg! We zin d'r al lang niet kwoad meer um.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek