Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 mei 2025
Nu sprak hij weer, floot een lustig deuntje terwijl hij voorop liep door het vochtige gras. Wanneer hij weer stilstond was het airken uit, en wees hij op een wiel bedekt met waterplanten en kroos. Dat is mijn eigen visscherij, en op de weide laat ik geen koeien grazen om de vischkens niet bang te maken! Sander dat had ik nooit gedacht!
Hi han! kefte het jongetje. Plotseling floot Uilenspiegel opnieuw, welluidend als een kweelende leeuwerik. En de verrukte mannen, vrouwen en arbeiders vroegen hem waar hij dat goddelijk vogelgezang had geleerd. In het hemelrijk, van waar ik kom, antwoordde Uilenspiegel.
Zonder ophouden ging het geknetter en geronk van geweren en mitrailleuses. In den namiddag, rond vijf uur, zwegen de duitsche stukken en werd een algemeene aanval bevolen. "Ik floot op mijne mannen" zoo verhaalde de luitenant, "wij sprongen uit onze schuilplaats en, met jubelkreten, stormden wij vooruit over velden, hagen grachten en bareelen.
De maan scheen en lichtte op stukken flesschen en tellooren, in het gers, door het spuitende fonteintje, en op de ordelooze glazen, eetgerief en vruchten op de tafel. Pallieter vond het schoon. Hij zette zich op eene bank en zat het stil te bezien. Heel ver in de stad was er nog kermismuziek, en een nachtegaal floot dicht bij hem.
Hij zag hem zitten met den staart scherp profileerend op den zilveren manebol. Hij floot kort, beluisterde lang zijn eigen, maar elke klank was goud waard. Zoo zat Pallieter daar lang met den schijn der maan op zijn handen, en de nacht sprak tot zijn hart. Hij ging wandelen. De Nethe was stil, en slechts nu en dan lekte de maan een guldene plooi in het donkere water.
Bij het tuinhek wachtte zij hem op, in gezelschap van den nog altijd brommenden, maar op haar bevel niet meer dreigenden hofhond. Haar »Vooge" was binnen, zeide zij, en..... was ook niet heel boos geweest, maar toch »gebrom wat". Terwijl zij hem noodigde naar binnen te gaan, floot zij een paar witte duiven, die op het dak zaten, tot zich.
Zij stonden allen tegen den wagen en deden hun best om zich zoo goed mogelijk voor den wind te beschutten, terwijl zij, zonder een woord te spreken, angstig naar het noorden blikten. Niemand durfde raad te geven, want niemand zag een uitweg. Cornelia, Kayette en Napoleona stonden, in pelzen gewikkeld, dicht tegen elkander aan. Sander was meer verbaasd dan bang; onwillekeurig floot hij een deuntje.
Verbaasd zag hij den langoor na, die nergens gekwetst was en, van den hond vervolgd, de vlakte dóórrende, tot hij aan de andere zijde van een duin verdween, waar Veldin hem woedend en met een onafgebroken kort keffen nazat, maar telkens grond verloor. Hij floot den hond terug en laadde op nieuw. "Ik dacht wel, dat ik ongelukkig wezen zou," riep hij uit. "Nou, 't was maar een haas! Zacht, Veldin!"
"Neen, Van Dijk, niet ziek, maar toch lang niet vroolijk. 't Is armoê thuis, armoê, Van Dijk, en nog eens armoê! Er mòèt een einde aan komen!" De molenaar zei niets. Hij floot iets tusschen de tanden en zag weer van terzijde Dik aan, die met moeite een traan terugdrong. Ook Dik zweeg. Zoo gingen weer enkele minuten voorbij. Toen zei de molenaar: "Armoê thuis?
"Ziezoo," zei May nu, "als Boy geen muziek meer maakt, dan mag ik het nu wel eens een beetje doen, niet waar Maddy?" Zij wachte het verlof niet af, maar spitste hare lippen en floot een opwekkenden marsch, haar lievelingsdeuntje.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek