United States or Costa Rica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dddd...aar en was niemand gevangen, in Amoreuse-Garde, stotterde Ywein maar even; en die ddd...amoselen wilden niet en bbb...evrijd worden... Zoo dat wij werkelijk, Gawein, verklaarde, klein maar dapper, Meleagant; geen feloenige ridderen te bekampen meer hadden, wees des gewes, wellieve gezel! Zij kwamen en gingen, de ridderen, legde Hestor het heel eenvoudig uit aan Gawein.

Maar al rees er ook wel in de foreesten van het Land van Logres, tusschen de vele burchten, een burcht op, waar schoone en slechte vrouwen tusschen feloenige ridderen de goede ridders belaagden en binnen lokten, de elf makkers dezen avond vergeet niet hunne sonore namen, die immers zijn Lancelot, Bohort en Ywein, Mordret en Didoneel, Hestor, Meleagant en Acglovael, Sagremort, Galehot en Gwinebant! reden rustig stapvoets, gewapend als steeds maar aan Aventuur niet geloovig, de zwarte, donkere wegen langs, die zij zoo goed kenden, om dan in eens tusschen het ijlere, doorzichtige loover uit te komen op vlakte of viersprong, waar de witte maan over vloeide als loome melk tegen der boomschaduwen zwarten inkt.

Wat bedieden ongewapende ridderen in de landen onzer oude Koningen! riepen weêr anderen. Wij vermogen, ongewapend, niet één drakeserpent te dooden! Of eene damosele van een feloenigen ridder te redden! Want drakeserpenten zijn allen dood! Er zijn ook geen feloenige ridderen meer! Er rijden nooit geene belaagde damoselen meer rond op witte palafroeten in de foreesten!

Zij stegen in ijle af, bonden de paarden aan de boomen vast en zetten zich aan den rand van het ravijn rondom Amadijs, die hun vertelde van al dat gebeurd was. Dat Mordret en Didoneel twee feloenen zouden zijn geweest, was hun bijna ondenkbaar, maar nu herinnerden zij zich toch: Nooit ende nie hebben zij eene damosele bevrijd van andere feloenige ridderen, merkte kleine, dappere Meleagant op.

Draken waren dood en spookten alleen met hunne skeletten in bergspelonken; reuzen bestonden sinds lang niet meer; ook niet meer de vreeslijke reuzinnen, die Pantasilde heetten of hoe ook en die in heel hooge torens woonden: die lagen in ruïne nu langs den weg... Feloenige ridders, ja, lace, bestonden nog en belaagden damoselen en sloten haar op in Amoreuse-Garde maar vier valiante wiganten gingen den burcht belegeren.

Mijn vijf gezellen: Bohort, Acglovael, Ywein, Hestor en Meleagant zijn gevangen in den burcht van Amoreuse-Garde, waar vele feloenige ridderen damoselen gevangen houden en te tijde en te ontijde belagen. Ik kwam langs uwen burcht en trof mijn valiante gezellen, zoo hielp mij Sint Michiel. Heere Koning, waarom ik niet en gevangen ben met die vijf anderen genomen?

Ik ben een slechte mensch gewezen...... Een zondaar...... Een feloenige ridder,.... Ik biecht..... Ik biecht alles..... Hij stamelde aan het oor van den bij hem knielenden huispaap. Rondom zijn stille biecht was nu het algemeen weegeklaag. Gawein...... hij stierf?! Zij wilden het niet gelooven.