Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
En hoewel hij begreep, dat zijn wijze woord te loor ging tegen die dellen, kon hij niet na laten er goedigjes hoog bij te voegen, te gelijker tijd lonkend naar Fabulla: Maar ònze kunst, onze kunst van zèggend, zingend reciteeren, spélen, onze tooneelspeelkunst, in éen woord, staat natuurlijk hóoger dan alleen maar wat dansen en buitelen en grapjes maken, zoo als ze doen in het exodium-spel....
Er is er een gekomen, zei Domitilla; die in kokende olie is gedompeld geworden. Die is het, zeide Fabulla. Dan moet je ons brengen naar dien heiligen man, beval Domitia. Goed, zeide Fabulla. Wij hebben donkere mantels, zei Domitilla. Zij stonden reeds op, grepen hare mantels. Om te vergéten wat haar drukte, beangstigde in het Palatium, zochten zij, zochten zij naar telkens andere ontroering.
Drie denariï, bassigde de Archigal en voegde er aan toe, tot Fabulla: Wilt ge d
En ik ten minste ben alleen voor mooie vrouwen bereid, terwijl jij voor iedereen klaar staat! En hij lachte verleidelijk naar Fabulla. Niet twisten, jongens, kwam Nilus aan; eten jullie liever je buiken vol! En hij zette zoo wel mimus als adulescens een schotel voor met petaso: varkenshaas met prei en eiersaus er om heen.
.... Je moest, zei de senex nijdig hij kwam met de mannen zingende na liever den heiligen Johannes gelooven, die het je verzekerde omdat hij het in den geest gezien had dan Fabulla, die het maar met haar oogen zag. Ik zag het zèlf, in den geest! riep Cecilianus boos tot den senex. En ik gelóofde ook wel den Apostel. Hij is een lieve man, een lieve, heilige man, veel liever dan jij ooit worden zal!
De beide jongens slopen het Septizonium om. De maan rees; door het vochte, zilveren spinnerag, dat geheel de lucht doorweefde, zeefde de vage gloor.... En zij gluurden om.... Ja, het was Colosseros en het was Fabulla.... Zij liepen tegen elkaâr, de kussen klonken.... Hoè!!! deden de beide jongens plotseling schrikken het paar. Fabulla gilde, Colosseros vloekte.
Het was de Keizerin en het waren Domitilla, Crispina, Fabulla. Wat is er? vroeg de Keizerin, angstig. Niets, Augusta, zei Earinus; de Keizer heeft Cecilius ontboden.... Om te dansen? Om te dansen, Augusta. Crispina naderde haar zoon. Cecilius, zeide zij; Cecilianus laat je zeggen, dat hij droomt van je.... Zij schikte zijn vergulde rozenkrans recht.
Ik blijf liever thuis, verontschuldigde zich Crispina. Moedervreugd! spotte Domitilla. Stt! smeekte Crispina. Maar de vrouwen lachten en de tweelingen hadden gehoord. Zij lieten dat echter niet merken: zaten, hun giechel bedwingend, nu zoet op den rand van het kleine nymfæum. Domitia, Domitilla, Fabulla gingen, in donkere mantels gehuld. Crispina bleef alleen met de jongens.
Colosseros, zit hij bij Nilus soms? Weet ik het? Heb jij dan niet bij Nilus ge-avondmaald? Ik gá avondmalen.... Bij Fabulla? Ja, bij Fabulla.... Colosseros hield nog steeds een vuist om ieders nek. Hij liet ze nu los, lachte om ze, goedmoediglijk, streelde ze om de kinnen ten teeken, dat hij ze vergaf: iedereen mòcht ze wel, al waren ze èchte bengels.
Zoo Fabulla, op het oogenblik, dat Nigrina vermoord was geworden, samen was geweest met dien "kolossalen Eros" in de onderaardsche krotten van de oude Galla, dan....
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek