Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


Zij zelve opende. Driè vrouwen, gesluierd, haastten zich binnen. De middelste trok haar sluier weg. Augusta!! kreet Crispina, strekte groetend de handen; Crispinus rees op.... Het was de Keizerin, Domitia. Zij was met de jongere Domitilla, Domitianus' zusters kind en met Fabulla, hare nicht. De beide andere vrouwen ook, ontsluierden zich.... Fabulla was doodsbleek.

Geloof me, ik wéet wie daar klopt.... Het is éen Prætoriaan, met.... Met wie? Met wie? vielen Domitilla, Fabulla in. Met Lavinius Gabinius, bekende Crispina. Wie is dat....? De dominus gregis, zei Crispina; wiens troep morgen speelt. De Megalezia!! riep Domitia. Het is morgen de eerste dag van de Megalezia! O, de Keizer zal niet in het Theater willen komen!

Hier zijn ze, Augusta, zei Crispina en toonde de jongens. De vrouwen zaten op rustbank, schabellen. Zij waren de onverdraagbare somberheid van het Palatium ontvlucht. Zij wisten, dat Crispina hare zonen wachtte.... Weten zij iets? vroeg Domitia, lacherig. Niets, Augusta, zei Crispina. Weten zij niets? fluistervroegen Domitilla, Fabulla. Niets, herhaalde Crispina.

Ja! kreet Fabulla, alles zeggende om van zich af te wenden alle verdenking, dat zij weten zoû van den moord op Nigrina. Met wie....?? drongen de vrouwen. Zeg met wie? Anders gelooven we je niet! drong Crispinus. Met.... aarzelde Fabulla. Met? Colosseros! riep zij. Met Colosseros!!

Toen sloten de Gallen het kastje, dat zij steeds zoó gehouden hadden, dat de matrozen en de meiden, die ook en voor niets kijken wilden, het beeldje niet hadden kunnen zien. De Archigal hing den sluier weêr over het kastje, want Fabulla was vies van het beeldje en wilde het liever niet kussen: het behoedde voor alle ongeval. Hoeveel? vroeg Nigrina.

Fabulla, ja, dat weet ik: diè wordt nog Christin.... Heb je dus je jongens bij je....? In der Goden naam, Crispinus, smeekte Crispina, in het Grieksch. Wees voorzichtig.... Maar de jongens, bescheiden, wendden zich af. Denk je, dat die jongens geen Grieksch verstaan? lachte Crispinus. Nu, wees niet bang; ik zal niets meer zeggen.... En, nu fluisterend, sprak hij over den Keizer.

Dat hoorde ik reeds, zei Plinius. En Fabulla dan? zei Juvenalis. Cecilianus, ging Martialis door; kom, je moest ons wat zingen en dansen. Wat zal het zijn? De jongen glimlachte, verlegen en moê. Kom, kom, anders genoeg stoutmoedige comoedus van de hoogere palliata! schertste Martialis. Waarom zoo beschroomd? Je bent meestal voor geen kleintje vervaard.

Dominus! wenkte plotseling Fabulla Lavinius Gabinius. Nigrina was met de Threxen verdiept in de methode hoe het zwaard te werpen van rechter- naar linkerhand om den òpsteek te geven, als de rechterarm het schild op ving. Lavinius Gabinius drong nader. Is het volstrekt noodig, dat altijd jòngens de vrouwerollen spelen? vroeg Fabulla.

Waar was je dan?? vroeg hij ruw. Ik was.... Ik was.... Waar? Waar?? Waar??? vroegen de vrouwen, om haar heen dringend. Bij Galla! kreet Fabulla uit. Zij lachten, de vrouwen, de man. Bij Galla! lachten zij. Bij de oude Galla! Bij die smerige lena....? In haar onderaardsche fornix, lachte Crispinus. In de gemeenste buurt van het Summenium?

Colosseros beloofde en Fabulla riep tot Nigrina, niet meer woedend want lachend bedwongen maar toch geëerbiedigd door de Threxen, die nieuwen wijn bestelden, op hare rekening: Nigrina, ik k

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek