United States or Madagascar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ende oec is dat selve brueselsche dietsche volcomenre hier in gheset dant daer die lieden ghemeinlic spreken, in dien dat si dicwile in hare tale vernieuten ofte minderen haer pronominael artikelen bi desen exempelen: Als si souden seggen dat ierste, dat anderde, dat derde, dat vierde, soe laten si ghemeinlic after die twie letteren van dien artikele dat, ende segghen: dierste, dandere, derde, tfierde, ende des ghelijcs in noch anderen silleben ende woerden" . Opmerkelijk noemde ik deze woorden, omdat men er tevens uit ziet, dat men eenig verschil ging waarnemen tusschen de gesproken en de geschreven taal.

De middeleeuwer is als iemand, die reeds te lang met te sterke geneesmiddelen is bewerkt. Hij reageert slechts op de krachtigste prikkels. Om de loffelijkheid eener deugd ten volle te doen schitteren, kunnen voor den middeleeuwschen geest slechts die uiterste exempelen dienen, waarbij een minder geëxaspereerd zedelijkheidsbesef de deugd reeds in haar caricatuur zou zien verkeerd.

Als daer in meerder, dat'et recht doet tusschen en over Steden, selfs sitplaets hebbende in de Staten van Holland: daer ter contratie de præsides provinciarum sulx niet en hadden, maer gereserveert was tot het oordeel van de Keiser. Waer van veele exempelen bij de munimenten van de ouwe Schryvers te vinden sijn.

Onze klerk heeft een groot materiaal bijeen verzameld van dergelijke rijm-debatten uit de Provençaalse en Noord-Franse dichters en van exempelen uit allerlei ridderromans, waaruit hij nu met fijne dialektiek maar grove pedanterie een leerstelsel voor de hogere kringen op tracht te bouwen.

Hij gaat zijn leven als spreker nog eens na: hoeveel schoone "exempelen" heeft hij voor de heeren gesproken; al zijn verzen spraken van rechtvaardigheid en eer te betrachten; hoe liefelijk men treedt op het pad naar den hemel hoe vuil het pad is dat ter helle voert. Maar weinig hebben de menschen er zich om bekommerd; zij hebben den achterkant naar voren gekeerd

Wel, na dese exempelen uyt-wijsen, soo en 1640 soude men door de kunst niet alleen konnen uytvinden of yemant liefde drough, maer oock tot wien. Ick bidde segh my doch hoe dat toe gaet; want my dunckt dat sulcx een jonghman van myne ghelegentheyt* van grooten gebruyeke soude konnen wesen. 1645 Soph.

Ende of niet het voorengemelde Articul in volkomen observantie is geweest binnen den tijd van dertigh veertigh en meer jaren, souwen de exempelen van veel Schouten en Bailluwen konnen aenwijsen, indien 't niet te langwylig en ware.

De inhoud dier boeken bestaat in tal van meer of minder bekende liefdesgeschiedenissen, telkens besloten met een les of eene waarschuwing; niet zelden ook gaat een of andere algemeene zedekundige stelregel vooraf en dient het dan volgend verhaal als "exempel". Tusschen der Minnen Loop en een leerdicht als De Spiegel der Zonden is dus alleen dit verschil, dat de liefde hier de plaats der hoofdzonden inneemt en dat de "exempelen" in het eerste werk meer plaats beslaan dan in het laatste.

De Dietsche Doctrinale beperkt zich in hoofdzaak tot eene uiteenzetting van deugden en ondeugden; de Nieuwe Doctrinael verbindt met zijne beschouwing van doodzonden en geboden eene scherpe zedenhekeling van alle standen; de Spiegel der Zonden staat dichter bij den Nieuwen dan bij den Dietschen Doctrinael, doordat hij waarschijnlijk berust op eene Latijnsche verhandeling over de zeven doodzonden en met die stof zedenhekeling verbindt; anders echter dan JAN DE WEERT heeft de "simpele clerc" zijne waarschuwingen en raadgevingen toegelicht door tal van "exempelen", "ware of verdichte verhalen, waaruit iets te leeren viel," die in de geschiedenis der wereldliteratuur zulk eene belangrijke rol hebben gespeeld . Echter richt ook de bewerker van den Spiegel der Sonden zijn blik niet zelden op zijne omgeving en op misbruiken, die hij zelf moet hebben waargenomen.

En, om de waerheyt te seggen, my dunckt dat uwe redenen al vry wat slots hebben.* Maer onderentusschen soude ick misschien wel by exempelen konnen bewijsen, dat de 1940 man het wijf, ende het wijf den man tot den waren geloove eyndelick heeft gebracht; het welck dan nootsakelick een groot vernugen* moet geven ter wederzijden. Soph.