United States or Jamaica ? Vote for the TOP Country of the Week !


HILDEGAERSBERCH'S werken geven een kort begrip van een groot deel der toenmalige literatuur: men vindt er tal van stichtelijke of zedekundige stukken, een paar dierfabels, een paar boerden, ook historische gedichten aan de tijdsomstandigheden ontleend. In zijn werk is de invloed van vroegere auteurs duidelijk zichtbaar en wij vinden er onderscheidene trekken der gelijktijdige literatuur in terug.

De inhoud dier boeken bestaat in tal van meer of minder bekende liefdesgeschiedenissen, telkens besloten met een les of eene waarschuwing; niet zelden ook gaat een of andere algemeene zedekundige stelregel vooraf en dient het dan volgend verhaal als "exempel". Tusschen der Minnen Loop en een leerdicht als De Spiegel der Zonden is dus alleen dit verschil, dat de liefde hier de plaats der hoofdzonden inneemt en dat de "exempelen" in het eerste werk meer plaats beslaan dan in het laatste.

"Men moest niet verstokt zyn." De arme jongen bad dien avond wel 'n uur lang dat God hem toch niet zoo erg verstokken zou. En 't hielp. Het duurde vele jaren voor-i zich weer waagde aan zedekundige analyse van Jakobs handelingen, en van Gods ingenomenheid met dien schurk. Zoo ging 't met alles. Uit vromen afschuw van verstoktheid, berustte hy in al wat men hem zei.

Binnen gekomen bespeurde men, behalve de vertrekken in 't bijzonder bestemd voor Wang en Kin-Fo, niets anders dan salons, omgeven door kabinetjes, welke afgescheiden waren door doorschijnende voorhangsels, waarop guirlandes van bloemen waren aangebracht, of wel plaatjes met zedekundige spreuken, waarop de bewoners van het Hemelsche rijk niet zuinig zijn.

Hoe zwak deze eerste proeve van een ernstig drama ook wezen moge, die zoowel door het ontbreken van goede karakterteekening, als door de lange uitwijdingen vol staat- en zedekundige opmerkingen aan de Moraliteiten doet denken, toch is zij zeer opmerkelijk en heeft ongetwijfeld grooten invloed gehad op de ontwikkeling van het drama, niet slechts wegens den regelmatigen vorm van den versbouw, maar ook wegens de keuze van het onderwerp. Als mannen uit den hoogen adel, zooals Thomas Sackville, zich wijdden aan het schrijven van tooneelspelen, die aan het hof vertoond werden, en hun onderwerp niet aan de Grieksche of Romeinsche, maar aan de Britsche overlevering ontleenden, was dit een gebeurtenis, waarvan de belangrijkheid niet gering te schatten is. Wel werden er, zooals wij boven zagen, aan het hof reeds vroegtijdig korte stukken, de tusschenspelen, opgevoerd, waarin de volkstoon werd aangeslagen, doch vooral vielen oude Latijnsche en Grieksche stukken, of nabootsingen er van, zeer in den smaak. Reeds onder Hendrik

Na verloop van tijd spoelt de regen het gras en de aarde weg en doet de boomstammen verzakken in allerlei schilderachtige liggingen, hooger en lager en kruiselings, met holen en reten vol zwarte modder daartusschen. Over zulk een weg hotste onze senator voort, zedekundige bespiegelingen makende, zoo samenhangend als onder deze omstandigheden te verwachten was.

Het moet als een door de anthropologie en de cultuurgeschiedenis bewezen waarheid gelden dat de redenen, waarom zich den mensch kleedt, niet gevonden moeten worden in climatologische of zedekundige gronden, maar in den wil om zich te onderscheiden.

Behalve de godsdienst-wetenschappen waren het vooral de zedekundige vraagstukken, waarmee velen der humanisten zich gingen bezighouden. De zedenleer was grondslag der rechtsstudie, en zoo vinden wij Grotius, den rechtsgeleerde bij uitnemendheid op zijn plaats te midden der humanisten. Waar de humanisten de bouwstof voor hun wijsgeerigen arbeid zullen zoeken en vinden, laat zich gemakkelijk raden.

"Men moest niet verstokt zyn." De arme jongen bad dien avond wel 'n uur lang dat God hem toch niet zoo erg verstokken zou. En 't hielp. Het duurde vele jaren voor-i zich weer waagde aan zedekundige analyze van Jacobs handelingen, en van Gods ingenomenheid met dien schurk. Zoo ging 't met alles. Uit vromen afschuw van verstoktheid, berustte hy in alles wat men hem zei.

Elders is in een sprookdichter de lust tot het mededeelen van zedekundige waarheden of bespiegelingen zóó sterk, dat hij ook de personages, die in zijn verhaal optreden, met dien lust bezielt. Een paar ridders "van quaden levene" komen tot hun meester om hem te zeggen, dat zij berouw gevoelen over hunne misdaden en hun leven willen veranderen.