Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


Zij zijn geen eigenlijke drama's, veeleer gedramatiseerde verhalen te noemen; de karakterteekening laat veel, zeer veel, ja alles, te wenschen over; de vrij eenvoudige handeling vloeit niet uit de karakters der personen voort en wordt alleen iets meer ingewikkeld gemaakt door bijkomende gebeurtenissen, die weinig of niets met de hoofdzaak te maken hebben; maar de wijze van uitwerking is verdienstelijk; zijn stijl is niet gezwollen als die van Marlowe, zijn versbouw is wel minder forsch, doch vloeiend, aangenaam en niet zonder verscheidenheid; de samenspraken zijn natuurlijk en soms verrassend door dichterlijke ongezochte wendingen.

Met name geldt dit van den versbouw; is door dezen eenmaal de volgorde van Shakespeare's werken eenigermate vastgesteld, dan kan hieruit de verandering in de wijze van gedachtenuiting worden onderzocht en deze op haar beurt de uitkomsten der overige onderzoekingen bevestigen of verzwakken.

Hier en daar, waar het onderwerp er aanleiding toe geeft, ademt de poëzie een liefelijkheid en zachtheid, die weldadig aandoet. De dichter blijkt reeds als een meester de taal te behandelen en zijn versbouw staat niet bij dien van Marlowe achter, ja overtreft dien in verscheidenheid.

Let men op den ganschen bouw er van, op den versbouw, het veelvuldig voorkomen van het rijm en van knuppelverzen, op de woordspelingen, op de wijze waarop de twee dienaren als Clowns optreden, op de overeenstemming met gedachten, in "Venus en Adonis" en in Sonnetten uitgedrukt, dan wordt men hiervan ten stelligste overtuigd.

Hoe zwak deze eerste proeve van een ernstig drama ook wezen moge, die zoowel door het ontbreken van goede karakterteekening, als door de lange uitwijdingen vol staat- en zedekundige opmerkingen aan de Moraliteiten doet denken, toch is zij zeer opmerkelijk en heeft ongetwijfeld grooten invloed gehad op de ontwikkeling van het drama, niet slechts wegens den regelmatigen vorm van den versbouw, maar ook wegens de keuze van het onderwerp. Als mannen uit den hoogen adel, zooals Thomas Sackville, zich wijdden aan het schrijven van tooneelspelen, die aan het hof vertoond werden, en hun onderwerp niet aan de Grieksche of Romeinsche, maar aan de Britsche overlevering ontleenden, was dit een gebeurtenis, waarvan de belangrijkheid niet gering te schatten is. Wel werden er, zooals wij boven zagen, aan het hof reeds vroegtijdig korte stukken, de tusschenspelen, opgevoerd, waarin de volkstoon werd aangeslagen, doch vooral vielen oude Latijnsche en Grieksche stukken, of nabootsingen er van, zeer in den smaak. Reeds onder Hendrik

Als men uit de lessen, door Hamlet aan de tooneelspelers gegeven, ziet, hoeveel gewicht Shakespeare aan een eenvoudige en natuurlijke voordracht hechtte, dan kan het ons niet vreemd voorkomen, dat zijn versbouw langzamerhand verandering onderging. Doch inderdaad langzamerhand. Ongeveer het eerst treft men zulke regels in den "Macbeth" aan, doch in de latere stukken neemt hun aantal toe.

Evenals het "Winteravondsprookje" dagteekent "Cymbeline" van 1610 of 1611, dus uit het laatste tijdperk van 's dichters werkzaamheid. De geheele wijze van behandeling niet alleen, maar ook de stijl en de versbouw toonen dit voor beide stukken allerduidelijkst aan, en het wordt ook door uitwendige getuigenissen bevestigd.

Wanneer men den statigen gang der verzen, waarmede het eerste bedrijf begint, nagaat, dan zou men meenen, dat de versbouw van Marlowe wordt nagebootst, maar lezen wij verder, dan bemerken wij weldra, dat de dichter zich geen boeien laat aanleggen, dat het hem niet te doen is om de ooren zijner toehoorders met prachtig rollende verzen te vullen, maar dat hij verscheidenheid brengt in de rusten, het slepende einde der regels en zelfs afwijkingen van den gewonen versbouw niet schuwt, kortom zijn stijl naar omstandigheden wijzigt.

Er moge nog aanmerkelijk verschil bestaan tusschen den versbouw van den Titus Andronicus en van Shakespeare's latere stukken, wij kunnen toch reeds hier het streven naar eenvoudigheid en natuurlijkheid in de verzen ontdekken. Dit zelfde geldt, wanneer men op de geheele uiting der gedachten let.

In den Malegijs, die overigens vooral in den versbouw een ongeoefende hand verraadt, vindt men hier en daar niet onverdienstelijke minne-lyriek . Doch over het algemeen is de oogst van het goede of verdienstelijke uiterst schraal. Hoe zou dat ook anders kunnen zijn, waar de dichters van de beide minst afhankelijke werken telkens toonen hoe weinig zij in hun verhaal zijn.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek