United States or Sweden ? Vote for the TOP Country of the Week !


Weiden der eindeloosheid, en haar beden, Om één te wezen met het Al-zijn, kweelen Weer ging, heel diep-inwendig, als zoovelen Dat sinds hun vroegste, droefste jaren deden.... Doch Shelley lachte en riep, terwijl hij schudde 't Jong hoofd dat lachen scheen als zilvren bellen: "Gij moet niet langer meer uw Zelf wreed kwellen, "Gij liept nooit mede met de doffe kudde

Die eene schoolgang is voor altijd in mijn geheugen gebeten. Van alle gangen naar school zie ik alleen deze. De gracht was als een eindeloosheid. En ik schreide maar, schreide hevig, maar stil. Ik was radeloos. Gelukkig kwam eindelijk het poortje, waardoor ik met mijn schande weg kon sluipen van de openbare straat. Doch nu kwam een nieuwe angst. Nu zou de juffrouw het zien, en al de kinderen.

Van den hobbeligen straatweg afbuigend, een dier tallooze breede berkenlanen in, die naar de eindeloosheid schenen te voeren, bereikten wij dan, in den regel niet zonder eenig dwalen, de idyllische plek-in-het-woud, waar wij moesten wezen.

Straks smelt het henen in de holle baren Der vaderlandsche zee waar is ’t gebleven? Zoo weinig zal uw hart mijn beeld bewaren.” „Geef aan de zee nooit zal zij wedergeven! In ’t hart, waar liefde en eindeloosheid paren, Daar zal Mathilde, als ’t golfje in zee, in leven!”

De lucht wordt ijler, de eindeloosheid schijnt Door 't eindig huis, waarin wij, aardschen, wonen Uit een ver dorp rijzen de stille tonen Van de avondklok, hoog in de lucht verreind. Zie: voor mijn blijde blikken baadt nu heind' En ver de wereld in den glans van 't schoone, Hier: boomen met de zilv'ren bloesemkronen, Aan d'einder: 't scheem'rend bosch, waar 't licht verdwijnt.

Toen kuste haar de jongeling Phosphorus en als licht doorschoten brandde zij op in vlammen, waaruit een zonderling wezen ontsproot, dat haastig het dal ontvliedend in de eindeloosheid rondwiekte, en zich niet meer bekommerde om de speelgenooten der jeugd of om den geliefden jongeling.

Zoo mooi en lief als sommige van zijn sprookjes zijn, zoo mislukt zijn andere in hun omslachtigheid, eindeloosheid en verwarring.

Wij vonden langs binnen het torendeurtje en weldra stonden wij, boven de klokkenkamer, door de hooge rond- geboogde galmgaten te turen in de richting van Mechelen. Het duurde een tijd eer wij onzen weg vonden door de wijde eindeloosheid, die onder onze oogen open lag. Alles smolt in elkaar tot een olijfgroen landschap, velden, boomen, wegen en verre dorpjes.

Al die bergen om hem heen, opstapelingen gelijk van versteende golven, de zwarte draaikolken langs de rotsige kusten, de eindeloosheid van den blauwen hemel, het schelle glanzen van den dag, de diepte der afgronden verbijsterden hem; en toen zijn oogen weiden gingen over de woestijn, werd hij nog mistroostiger, bij het zien van die woest doorwoelde gronden met hun bouwvallen van amphitheaters en paleizen.

En voor uw blik nam engte en tijd de wijk, Driest moest mijn ziele in de eindeloosheid zweven, En rustig werd ze als ’t blauwe hemelrijk, Waarachter duizend starren wentlend streven: De vogel zweeft, en zingt, wanneer hij ziet Ter vlucht omlaag, waardoor hij ’t hart voelt treffen, En zucht, en traan, en blijde lach wordt lied: Zoo zong ik, wat verblijdde of heeft gesmart.... Mathilde! ik ween van weelde bij ’t beseffen: Ik drukte in ú een ideaal aan ’t hart!