United States or Senegal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gedurende dit middagmaal had mijn oom belangrijke dingen vernomen, o.a. de geschiedenis van Saknussemm, de reden van zijn geheimzinnig document, dat zijn gastheer hem niet op zijn tocht zou vergezellen, en dat den volgenden dag een gids ter zijner beschikking zou zijn. Eiderganzen. Hans Bjelke. Toestel van Rhumkorff. Reisvoorraad. Uitrusting voor den tocht.

Anders was het gesteld met de duikereenden, de kuifmeeuwen, de zilvermeeuwen, de eiderganzen, die hieven een schril geschreeuw aan, alsof zij in doodsgevaar verkeerden, en verdwenen ten spoedigste onder de wateroppervlakte, verschrikt als zij waren, door de verschijning van dat boven hen zwevende gevaarte.

Duizeligheid. IX. Het Kattegat. Skagen. Naar het middelpunt der aarde. Het handschrift van Saknussemm. Reikiavik. De IJslanders. X. Leeslust der IJslanders. Letterkunde der IJslanders. De Sneffels. Over zee of over land? XI. Eiderganzen. Hans Bjelke. Toestel van Rhumkorff. Reisvoorraad. Uitrusting voor den tocht. XII. Aanvang van den tocht. Door IJsland. Het vlek Gufunus. Overtocht van den Fjörd.

Er is misschien geen enkele Vogel, die evenveel aanspraak kan maken op den naam alleseter, als de Raaf. Men mag zeggen, dat zij werkelijk niets wat eetbaar is, versmaadt en in verhouding tot haar grootte en kracht op dit gebied ongeloofelijke dingen doet. Zij houdt van vruchten, zaden en andere eetbare, plantaardige stoffen, van welken aard dan ook, maar is ook een roofdier van de ergste soort. Het zijn niet alleen Insecten, Slakken, Wormen en kleine Gewervelde dieren, waaraan zij den oorlog verklaart; zij valt stoutmoedig Zoogdieren en Vogels aan, die haar grootte overtreffen, en plundert op de onbeschaamdste wijze de nesten, niet alleen van weerlooze Vogels, maar ook die van de krachtigste Meeuwen, die zich en haar kroost wel weten te verdedigen. Van den Haas tot de Muis en van het Auerhoen tot den kleinsten Vogel, is geen enkel dier veilig voor hare aanslagen. Koenheid en list, kracht en behendigheid komen bij haar vereenigd voor en stempelen haar tot een gevaarlijken roofvogel. In Spanje bedreigt zij de Huishoenderen, in Noorwegen de jonge Ganzen, Eenden en alle overige huisvogels; op IJsland en Groenland maakt zij jacht op Sneeuwhoenderen, hier te lande op Hazen, Fazanten en Patrijzen; aan het strand maakt zij gebruik van hetgeen de zee uitwerpt; in de noordelijke landen betwist zij aan de Honden het afval vóór de woningen. "De Raaf," schrijft Olafsson, "zoekt in den winter haar voedsel te midden van de Honden en Katten op de boerenerven, tracht in 't warme jaargetijde aan 't strand de Visschen te verschalken, verslindt in de lente de pasgeboren lammeren, die zij met snavelhouwen gedood heeft, jaagt de Eiderganzen van het nest, drinkt de eieren uit en verbergt die, welke zij niet meer op kan, ieder afzonderlijk in den grond. In kleine troepen volgen de Raven den Arend; zij durven hem niet aan, maar trachten zich van de overblijfselen van zijn buit meester te maken. Waar ook zieke of doode, oude Raven liggen, of jonge, die uit het nest gevallen zijn, in de maag van één harer soortgenooten vinden zij haar bestemming. In den winter wordt ieder huis bewaakt door een gezelschap van 2

In Noorwegen bevonden zich op een rots, waarop een jonge Ravenfamilie zat, die nog door de ouders gevoederd werd, omstreeks 60 ledige eischalen van Eiderganzen, Meeuwen en Wulpen te midden van beenderen van Hoenderen, vleugels van Eenden, vachten van Lemmingen, ledige mosselschelpen, overblijfsels van jonge Meeuwen, Strandloopers, Plevieren enz.

Toen de expeditie den 9den Juli terugkeerde, werd ze met groote ovaties ontvangen. De buit bestond uit veertig eieren en eenige eiderganzen. Het wetenschappelijk rapport was kort. Het luidde, dat Kaa-aag-angi een rivier was van de breedte van de Nid bij Drontheim, en dat het dier- en plantenleven het rijkst was bij het station! Den 26sten Juli was de haven dezen zomer voor de eerste maal ijsvrij.

Voorzeker, uit het voorkomen van dien man zou ik nooit zijn beroep van jager opgemaakt hebben; hij moest wel het wild niet verschrikken, maar hoe kon hij het betrappen? Alles werd opgehelderd, toen de heer Fridriksson mij vertelde, dat die bedaarde man slechts een "jager van eiderganzen" was, een vogel, wiens dons den grootsten rijkdom des eilands uitmaakt.

Toen de hamel heel dicht naar den kant van het bergdak ging, zoodat de jongen langs de bergwanden kon neerzien, merkte hij, dat ze heelemaal vol vogelnesten waren, en in de blauwe zee beneden lagen zwarte waterhoenders, eiderganzen, en andere watervogels, zoo mooi en vredig, bezig met visschen in de strooming. "'t Lijkt hier wel het beloofde land," zei de jongen.