Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
Ik antwoordde niet en ik liet mij naar het vertrek van Aurora brengen, die mij terstond vroeg, of ik wat van don Louis wist te vertellen. "Ja, mevrouw," antwoordde ik "allereerst diene, dat hij op 't punt staat naar Salamanca terug te keeren om zijn studiën te voltooien. Naar men mij gezegd heeft, is het een jong edelman, een en al eergevoel en rechtschapenheid.
Het formeele eergevoel is zoo sterk, dat een vergrijp tegen de etikette, zooals nu nog bij vele Oostersche volken, wondt als een doodelijke beleediging, want het gooit omver die schoone illusie van een eigen hoog en zuiver leven, die voor elke onverhulde werkelijkheid bezwijkt.
En evenmin kon zij Willoughby in staat hebben geacht zoo totaal af te wijken van elk betoon van kieschheid of eergevoel, van alle betamelijkheid als man van de wereld zelfs, om een brief te kunnen schrijven, zoo onbeschaamd wreedaardig; een brief, die, inplaats van zijn wensch om te worden vrijgelaten te doen vergezeld gaan van eenige betuiging van leedwezen, zelfs geen trouwbreuk erkende, geen meer dan gewone genegenheid toegaf, een brief, waarin iedere regel een beleediging bevatte, en die den schrijver deed kennen als een toonbeeld van verharde gewetenloosheid.
"Nu, dan wil ik u maar zeggen, dat ik ook in dezen opschik bij u wilde komen, om u een weinig schrik aan te jagen. Ik weet dat uit den tijd toen ik soldaat was: zoo een weinigje schrik, dat schudt den mensch goed wakker en doet hem zijne krachten inspannen; want dan komt het eergevoel mede in 't spel.
Spoedig echter sprong Van Rodenberg weder overeind; trok zijn degen, en zou Alonzo ter neder hebben gestooten, zoo niet eenigen der aanwezigen hem hadden tegengehouden. De jonge Spinola kwam tot zich zelven, en gevoelde nu eerst levendig hoe ver zijn kwalijk geplaatst eergevoel hem had weten mee te sleepen.
Misschien hoopte Mevrouw Jennings door die levendige voorstelling van hun toekomstige verveling, hem uit te lokken tot het aanzoek, dat hem aan die verveling zou kunnen doen ontsnappen, en als dit zoo was, dan kreeg zij iets later goede reden om te denken, dat haar doel was bereikt; want toen Elinor naar het venster ging, om met meer juistheid de afmetingen na te gaan van eene plaat, die zij voor haar vriendin wilde copieeren, volgde hij haar, blijkbaar met een bijzondere bedoeling, en bleef een tijdlang met haar in gesprek. De uitwerking daarvan op Elinor kon haar aandacht niet ontgaan; want ofschoon zij te veel eergevoel bezat om te luisteren, en zelfs opzettelijk, om niet te hooren, haar plaats had verlaten, om dicht bij de piano te gaan zitten, waarop Marianne speelde, zij moest wel zien, dat Elinor bleek werd, zenuwachtige spanning liet blijken en te veel aandacht schonk aan 't geen hij zeide, om met hare bezigheid voort te gaan. Wat haar hoop nog meer aanmoedigde, waren enkele woorden van den Kolonel, die haar oor bereikten in een tusschenpoos, waarin Marianne naar een nieuw stuk zocht, en waaruit bleek, dat hij zich scheen te verontschuldigen over den slechten toestand, waarin zijn huis verkeerde. Nu viel aan de zaak niet meer te twijfelen. Zij vond het wel vreemd, dat hij dit noodig achtte, maar dacht, dat het zeker wel zoo zou hooren. Wat Elinor hierop antwoordde kon zij niet verstaan; maar uit de beweging harer lippen leidde zij af, dat zij d
Hij trachtte eerst de twisten en veeten, die dorp tegen dorp en stam tegen stam de wapens deden voeren en zoo schromelijke verwoestingen aanrichtten, bij te leggen; langzamerhand wist hij de Bogos te bewegen om de rooverijen en strooptochten, die maar al te zeer bij hen in zwang waren, vaarwel te zeggen; hij bezocht de huisgezinnen, en vermaande de fiere, onafhankelijke bergbewoners meer eerbied te betoonen voor de banden des huwelijks, voor het leven en de bezittingen van hun medemenschen, en niet zoo spoedig toe te geven aan de inblazingen van een eergevoel, dat in beginsel lofwaardig mocht zijn, maar zich op zoo noodlottige en verderfelijke wijze openbaarde.
Gaarne had deze laatste, die bijna overtuigd was dat zij den dood tegengingen, den Ridder willen betuigen, nog terug te keeren; maar deze, begrijpende dat alle poging daartoe vruchteloos zijn zoude, vermits zij van barken waren ingesloten, wenkte hem te zwijgen. "Er zijn ook gewapende lieden aan wal," dacht hij; "en bijgevolg menschen, die eergevoel in 't lijf hebben.
Behalve zijn ouders, noemde niemand hem meer bij zijn eigenlijken naam; men zei eenvoudig Deugniet tegen hem, of wel Verniel-al, maar dat was zoo'n mondvol om uit te spreken. Als de kleine jongen maar een spikkeltje eergevoel had gehad, zou hij er zich stellig erg over hebben geschaamd, want zóó heette de hond bij hem thuis ook, een echte woesteling, die alles kapot maakte.
Ik heb onderscheidene daarvan opgekocht; en door een gelukkig toeval vond ik daaronder ook het uwe. Het eereteeken, overigens, kan men wel van onze borst wegrooven; maar het ware eergevoel in ons binnenste, het gevoel voor alles wat edel en heilig is, dat kan ons niemand ontnemen!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek