Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juli 2025
"Evenals de andere vrouwen droeg zij op haar hoofd een zwaren bussel kruiden, welke zij uit het koren had gewied; de vurige kolrooskens en blauwe korenbloemen hingen waggelend op haar voorhoofd of daalden als kransen der liefde langs haren hals." Conscience was een droomer, een dichter. Talent en gevoel kunnen hem niet worden ontzegd.
Wijl hij er naar keek, werd hij een ander mensch, heel, heel anders. Wat was het toch dat in hem kwam? zoo, zoo had hij toch nooit gevoeld. En hij trachtte het midden in zijn droom te begrijpen, zooals een droomer denkt, ook weer droomend, maar toch begrijpend en droomende over zijn droom nadenkende.
Maar de auto is een vrije vogel, die kan vliegen en kan zitten, een phantasist of een fantast, een renner of een droomer, een poëet of een zwoeger, in trouwe overeenstemming met den wil of met de fantasie van hem die hem bestuurt. Alle wegen, of bijna alle wegen, liggen verlokkend voor hem open. Nooit is hij aan de geometrisch-rechte lijn van twee rails gebonden.
Schaduwen van mannen vlotten Johans ooren langs, terwijl hij te kijken stond naar dien mooien droomer daar vóór hem in het vochte goud der zon.... zou hij niet eens omzien.... zal 'k hem eens voorbij loopen.... Maar met een klein rukje had de gestalte zich losgemaakt van den muur, en kwam.
"Ik weet niet wat ik heb, maar ik gevoel mij geheel ontsteld en ben niet op mijn gemak." "Och, gij zijt nog altijd dezelfde droomer als toen wij te Borgerhout te zamen speelden. De wereld is nu zoo; wij hebben ze niet gemaakt en kunnen ze niet veranderen." "Maar hoe is het mogelijk, sergeant, dat men lache en spotte met het ellendig lot der arme zotten? Het zijn toch menschen zooals wij."
En dan wordt door het blauwe rookwolkje uit de pijp, dat langzaam naar boven drijft, juist die lust tot peinzen gewekt, dien wij noodig hebben te midden van zulk een rustelooze, onverbiddelijk slovende omgeving; en wat hindert ook één droomer op de honderdduizend werkers?
Hij kon wel, zijn blik in de verre lucht, aan den tijd van vóor zijn trouwen met weemoed te-rugdenken, als een droomer, zich niet heugende hoe diezelfde tijd hem toen gewalgd had.
Niet theoretisch maar door lichamelijke ervaring, had hij, de droomer van droomen, kennis gewonnen van de kern aller maatschappelijke verhoudingen: de verhouding der uitgebuite en uitbuitende klassen. Die ervaring was een stuk van hem zelven geworden, een bitterheid in zijn bloed, een scherpte in zijn denken. Zijn eigen verongelijking en die der massa's waren saamgegroeid tot één gevoel.
En hoe blijkt hierbij de vroegere droomer Romeo in korten tijd tot ras-besloten man gerijpt te zijn! Hoe heerlijk komt Julia's karakter uit bij de verschillende gesprekken met haar voedster!
Het was "tot het aenmoedigen dergenen die eens groot kunnen worden." Als jongen liep hij te droomen en bouwde vroeg kasteelen in de lucht. "Hendrik de droomer" wordt hij genoemd in talrijke pamfletten en artikels, die tusschen '45 en '51 tegen hem het licht zien.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek