Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Niet theoretisch maar door lichamelijke ervaring, had hij, de droomer van droomen, kennis gewonnen van de kern aller maatschappelijke verhoudingen: de verhouding der uitgebuite en uitbuitende klassen. Die ervaring was een stuk van hem zelven geworden, een bitterheid in zijn bloed, een scherpte in zijn denken. Zijn eigen verongelijking en die der massa's waren saamgegroeid tot één gevoel.
Holst meent, maar saamgegroeid met, inhaerent aan zijn geheele wezenscomplex. Thans ad 3: Nu kwam hij in een omgeving, die al de lagere aandriften en neigingen in hem naar boven haalde en al het zachte en edele verschrompelen deed. Zijn meester was ruw, lichtzinnig en hardvochtig, hij sloeg het kind, gaf het niet genoeg te eten, terroriseerde het op alle manieren.
De oude, gepensioneerde generaal, zijn vrouw en zijn schoonzuster, waren nog niet gevlucht. Zij hadden maar niet kunnen scheiden van hun mooi en gezellig huisje op de oude gracht. Te veel stil geluk en levensvrede was daar met hun gansche wezen saamgegroeid. "Ik ga niet, ik wijk niet, ik blijf op mijn post," had de oude generaal herhaaldelijk en met nadruk gezegd, alsof nog steeds, gelijk vroeger, een verantwoordelijke plicht op hem woog. Maar zijn broer, die reeds met zijn gezin naar Engeland gevlucht was, hield niet op hem aan te wakkeren om daar ook te komen, bewerend dat ze 't er zoo goed hadden, dat zij er, dank zij de onuitputtelijke liefdadigheid der Engelschen, als prinsen leefden op een prachtig buitengoed, met bediening en automobiel, alles gratis tot hun vrije beschikking; en de vrouw en de schoonzuster, die van lieverlede half waanzinnig waren geworden van angst, schreiden gansche dagen en nachten en baden en smeekten den generaal, dat hij toch eindelijk, vóór het te laat was, ook met h
Een borstlige ever ligt daar aan den tronk te lenen, Op 't uur des dageraads, die met zijn zilverglans Reeds opstijgt tegen 't blaauw van d' oostelijken trans. De mistdrop kleurende aan de hooge en naakte takken, Door 't windgeruisch verspat, laat zich door 't loover zakken Op 't geelend woudriet en het hoog-gewassen kruid, Dat, weeldrig saamgegroeid, des evers kuil omsluit.
Zij koesteren jegens den Sabino eene bijgeloovige vereering; niemand mag hem bezoeken dan onder hun geleide; elken dag reinigen zij den grond rondom den voet des booms; en zij zouden nooit toelaten, dat iemand een takje of twijgje afbrak. Sommige reizigers verklaren dit wonder van het plantenrijk door de vereeniging van drie verschillende stammen, die saamgegroeid zouden zijn.
Maar ook juist een volk van zoo groote universaliteit, van zoo groote kosmopolitische gezindheid als het Duitsche, dat veel meer humaniteit dan gevoel van eigenwaarde en egoïsme bezat, en dat in Europa een met bijna alle andere volken en machten saamgegroeid gebied bewoonde, moest zijne pogingen, om nationale en politieke eenheid bij zich in het leven te roepen, bijzonder moeielijk vallen.
Zelfs den staatslieden en den redenaars in het parlement, ja dezen minder dan anderen, vergeeft men niet, weinig vertrouwelijk te zijn met de mannelijke, krachtige, frissche ouden, waarmede de Engelschen intusschen toch slechts, om zoo te zeggen, eenerzijds, namelijk bij voorkeur door karakter, verstand en politiek, saamgegroeid zijn, en bij wie zij, zooals reeds aangemerkt is, wat kunst en smaak betreft, zeer verre achter staan.
Buiten, ten platten lande, laadt hij zijn water op een ezel, en wel in twee groote lederen zakken, die de zijden van het dier bijna indrukken en bijna evenzeer met den ezel schijnen saamgegroeid als het kropgezwel met den armen cretin. Daar deze ezels altijd vochtig zijn, verkrijgen zij eene zonderlinge, groen-blauwe tint.
In die landen zijn zij zoo zeer met het leven der inheemsche volken samengeweven en saamgegroeid, dat zij er een niet onwezenlijk deel van uitmaken. Verscheidene broodwinningen worden daar bij voorkeur door Zigeuners beoefend, en verscheidene takken van industrie zijn geheel in hunne handen.
De bananen, palmen en oranjeboomen staan zoo dicht op elkaar en zijn zoo dicht saamgegroeid, dat men door hunne takken den hemel niet zien kan. Er is noch een grasperk, noch een laan of pad; de grond is bekleed met schraal en mager gras, dat kwijnt door gemis van licht en lucht; oranjeappelen van allerlei soort en grootte groeien in menigte boven uw hoofd en binnen het bereik uwer hand.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek