Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juli 2025


DROMIO VAN EPHESUS. Neen, dan zij 't zoo: Wij sprongen samen de wereld in, als broeders, met elkander; Zoo gaan wij nu samen hand aan hand, en de een niet na den ander. Van de "Comedy of Errors" is geen afzonderlijke druk bekend; men kan als zeker aannemen, dat het stuk voor het eerst verscheen in 1623, in de folio-uitgave van Shakespeare's gezamenlijke tooneelwerken.

DROMIO VAN SYRACUSE. Volstrekt niet, heer, zij is in de wol geverfd; geen zondvloed zou het kunnen doen. 109 ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Hoe is haar naam? DROMIO VAN SYRACUSE. Nel, heer, maar haar naam en drie verrel, dat is: 'n el en drie verrel meet haar nog niet van heup tot heup. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Dus, zij is nog al breed?

ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Kom, Dromio, kom, ontijdig is die scherts; Bewaar ze tot ik vroolijker gestemd ben. Waar is het goud, dat ik u toevertrouwde? DROMIO VAN EPHESUS. Aan mij, heer? ik ontving geen goud van u. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Komaan, schavuit, genoeg van zulke grappen; Spreek op, hoe staat het met wat gij moest doen?

DROMIO VAN SYRACUSE. Een zeer ontzagwekkend schepsel; ja een, waarvan een man niet spreken mag zonder er bij te voegen: "met verlof gezegd." Ik vind dit huwelijk maar een mager fortuintje, en toch is zij een verwonderlijk vette partij. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Hoe zoo een vette partij?

ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Een lage schurk zijt gij, die zoo mij hoont. Durft gij mij staan, dan zal ik tot uw straf Mijn eer en eerlijkheid terstond u staven. KOOPMAN. Ik durf, en staaf, dat gij de schurk hier zijt. ADRIANA. Houd op, doe hem geen leed; hij is waanzinnig. 33 Dringt tot hem door, ontwapent hem; en bindt Ook Dromio, en voert hen naar mijn huis.

DROMIO VAN EPHESUS. Uw vrouw, heer, vrouw des huizes in den Fenix, Die vast, totdat gij thuis om te eten komt, En vraagt, dat gij wat spoedig eten komt. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Wat! drijft ge in mijn gezicht den spot met mij, En dat gewaarschuwd! Vlegel! hier! hou daar! DROMIO VAN EPHESUS. Om Gods wil, heer; houd toch uw handen thuis! Gij wilt niet, heer? dan toon ik u mijn hielen.

DROMIO VAN EPHESUS. Te huis gegeten! heer, neen, waarlijk niet. ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. En bleef de deur niet dicht, ik uitgesloten? DROMIO VAN EPHESUS. Ja wis, uw deur bleef dicht, gij uitgesloten. ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. En heeft zijzelf daar, zij, mij niet beschimpt? DROMIO VAN EPHESUS. In waarheid, heer, zijzelf heeft u beschimpt.

DROMIO VAN SYRACUSE. Snel, als een wand'laar, voor een beer beducht, Neem ik, voor die mijn vrouw wil zijn, de vlucht. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. In deze plaats zijn enkel heksen thuis; En daarom is 't hoog tijd van hier te gaan.

Nog heden raakte een Syracuser koopman In hecht'nis, wijl hij hier zich heeft gewaagd; En daar hij zich niet los kan koopen, sterft hij, Zooals de wet van onze stad bepaalt, Nog eer de moede zon in 't westen zinkt. Ziehier het geld, dat ik voor u bewaarde. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Hier, Dromio, ga, breng dit naar den Centaurus, En blijf er wachten, tot ik bij u kom.

DROMIO VAN SYRACUSE. Ik ben vervormd, betooverd, heer, niet waar? ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Ja, zeker is 't uw geest, zooals de mijne. DROMIO VAN SYRACUSE. Naar geest en lichaam beide, of ik slaap. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Uitwendig niet. DROMIO VAN SYRACUSE. Ja toch ik werd een aap. LUCIANA. Wat zoudt gij wezen, als 't geen ezel was?

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek