Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 mei 2025
Nadat mevrouw Doxa een flesch met cognac had opgehaald en seffens de geurige grogjes deed dampen, sprak Lieven Lazare die zich nederzette bij het vuur: Ik ben dus, Johan Doxa, bij u gekomen, met het inzicht van den Eersten Persoon. Ik heb alles doodgewrongen wat in mijn lijf van passie zich opwierp tegen deze vreemde toenadering. Wees er mij niet dankbaar om.
Zij hadden overigens nu een bescheiden toezicht over hem: mijnheer Johan Doxa was al zoo dikwijls in het hooge huis van de Regentielaan als op den tingel-tangel-zolder van de Koolstraat, en zij kregen van dezen goeden gothieker meer te weten dan zij zelf bij Lazare zouden kunnen vernemen. Mevrouw Verlat begon, onder de gedurige vertroosting van Pastoor Doening, moed te scheppen.
Johan Doxa dacht, naar gewoonte, aan zijne heldere toekomst, want hij placht gaarne het beeld van zijne liefde te verplaatsen in de zonnigheid van een komende welvaart. Hij zag zeer duidelijk het huisje met de oranje luiken, den wilden wingerd boven de deur, het zomerlicht op den drempel. Hij zag den haard met de zoete warmte en den zoeteren vrede. Hij zag Julia.
Hij zag ginder hooge, den grauwen winterhemel, en hij voelde wonderlijk de oneindige wijdte. Zijn hart ging open, vol van liefde. "Nu begin ik plezant te worden," zei Anatole. En om zijne woorden kracht bij te zetten, ging hij al fluitend aan het dansen. Johan Doxa had groote goesting om te weenen. Hij kuchte eens en glimlachte zachtjes: "Wel, ge danst gij niet slecht, Anatole!"
Nadat ik mij tegenover Johan Doxa verklaard had en, als onvoldoende verontschuldiging, zijne schuchtere bewering "dat zijne vrouw waarschijnlijk zwanger ging en raar deed" ontvangen had met een schouderophalen, nam ik dus Veronika bij de hand en trad de trap af. Ik haastte mij niet. Ik wilde hem ten minste den tijd laten tot bezinnen.
Alzoo zijn wij rap, elk van onzen kant, geriefd. Allo! zie dat ge de schoonste uitkiest!..." Anatole ging seffens een blijden gang. Toen voelde Johan Doxa zijne groote eenzaamheid. Toen, verlaten in deze vreugde als in eene woestijn, voelde hij zich alleen zijn, moederziel alleen. Hij was nutteloos. Hij bestond zonder reden. Hij veroorzaakte niets en was van niets een oorzaak.
De blauwe dag lichtte zachtjes over de daken. Het water lag somber en onrustig, eenzaam de grijze kaai. Johan Doxa stond hijgend tegen het ijzeren schut en zijne blikken loerden rond. Hoe bang roerde het water! Hoe vaal rees de bevende morgen! Hoe duister en heimelijk wachtte ginds die hooge boot!... Hee! Hee! daar vaart een klare schim langs Johan voorbij. Het is een lange magere schim.
Het ontzaglijke geluid van Hem, die mijne ziel opnieuw in lichtelaaie zet voor u, davert op mijne tong en ik roep het u toe, armzalige Johan: toef niet, toef niet; uwe dagen zijn geteld!" De brief hield op te beven in de hand van Johan Doxa. De brief gleed ritselend langs de witte venstergordijntjes neerwaarts en kwam zacht, gelijk een dubbele vlerk, op het plankier terecht.
Zijn werk "Ploerten" was een kostelijk autobiografisch verhaal, waarin hij zijn kristelijke liefde en, als met geweldige geuten, zijn schrikkelijke haat uitstortte. Hij sprak er van Johan Doxa, gelijk van een "uitverkoren wezen, hetwelk uit de vroomheid van gothische tijden onbeholpen te midden van de tartende ketterij der encyclopedisten gesmeten werd." Anatole was een tegenovergesteld wezen.
De stilte die in het winkeltje kwam spoken was wezenlijk onverdraaglijk. Ik zei: "Verschrik niet uitermate, moedertje. Zeker, het leven is heel zoet om leven. Maar wat helpt het, als wij zelf meedoen om ons leed te vergrooten, als wij ons zelf den dood op het lijf jagen?... D'ris toch niets aan te veranderen, moedertje Doxa...." Ze was bleek, ineens doodelijk bleek.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek