Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 mei 2025
Hij had willen uitleggen dat daar ergens een zwart meisje moest zijn, dat het geld bewaarde. Maar zoo'n meisje was er in huis niet meer. Had hij haar het geld inderdaad gegeven? Langzaam ging hij met zijn eigen daarover redeneeren. De piston sprong naar den baas toe. Een paar glazen vielen van den toog en dan.... Johan Doxa werd links en rechts gestoten. Nu zat hij op een stoel.
Een purperen glanzing gleed over het vriendelijke aangezicht van moeder Doxa, over hare gevouwen handjes, over haar hoogen boezem, over haar bolle knieën, en eenderlijk kwam uitgloeien langs de ronde wangen van Johan, langs de mooi-versierde pijp waaruit hij rookte, en tot op de randen van zijne lompe schoenen, die daar nevenseen op den vloer stonden en waarnaar hij keek alsof ze anderman's voeten omsloten.
Lieven Lazare vreesde hij duchtig, maar had hem meer innig, meer van binnen en uitermate lief. Op een middag kuierde Johan Doxa langs de Papenvest. Hij was zeer droevig want het groene sijsje had hij 's ochtends dood gevonden. Hij drumde tegen de muren en zag langzaam de vierkante straatsteenen onder zijne voeten wegslieren achterwaarts. De stad was blauw en luchtig.
Ge zijt een heel ander mensch, waarlijk! maar deze gele handschoenen moet ge aantrekken, en hier is een pompadoer-waaiertje dat ge aan een knoopje van uw habijt moet hangen.... Zoo-oo ... all right! kijk u eens in den spiegel aan!" En Johan Doxa keek zijn eigen in den spiegel aan en hij wist niet aan welk oordeel hij zich zou houden.... Anatole was gauw klaar.
De verbazing van Johan Doxa, toen hij Lieven Lazare in het aangezicht blikte, was slechts te vergelijken bij de verbazing van Lieven Lazare zelf, die den ellendigen sukkel zag aanklimmen in zijn matte lompen en slappe strikken. Tegen Johan's verwachting in verhief Lieven Lazare zijne donderstemme niet. Hij zei stil: "God straft u, Doxa. Zijne hand heeft uw huis beschaduwd.
Mijnheer Doxa was waarlijk gelukkig, toen, in den namiddag, de zaak op een volle verzoening afliep. Mijnheer Lazare en zijne dochter bleven elf dagen inwonen bij Doxa, die weldra aan het spelen was met Veronika zooals voorheen. Hij vertelde haar wondere sprookjes, welke hij vóor de vuist verzon, de lange winteravonden langs.
Hij had een oolijk aangezicht, vol met de uitdrukking van dubbelzinnige schuchterheid en onkuische bedoelingen. Hij zong zeer mooi en kende een aantal allerliefste liedjes, welke hij, op de viool en de cither, deed begeleiden door zijne vrienden Biebuyck en Donkerwolck. Met deze twee kwam hij, des Zondags, Johan Doxa op zijne zolderkamer gezelschap houden.
De dagen, die hierop volgden, slierden langs een grijze reke voorbij en Johan Doxa herkende zijn eigen niet. Hij zat op zijn kamertje te dubben en zijn ongemak bleef duren. Hij at niet, telde de morgens en de avonden niet en de nachten vervulden zijn geest met beelden van onredelijke verschrikking.
Ze verstonden malkander goed, ofschoon de oude capucien geen woordje sprak en alles zwijgend te beduiden gaf met bevende gebaren van zijn voorzichtige hand. Te zamen versierden zij met klaterende bloemen de Lente die in den tuin van dag tot dag gulziger aan het leven ging. De pater-hotelier echter zat in het hart van Johan Doxa gelijk op een troon. Hij was ook de majordoom van zijne maag.
Hij "loste" Doxa in een hoekje, haast achter de toga van pastoor Doening, drukte haastig de hand van Rupert en meldde dat hij Vere binnenleiden zou. Hij vond Vere op hare kamer. Ze bloosde toen zij hem zag, en hij voelde haren arm op den zijnen beven. Hij klopte zachtjes in hare hand en kuste haar op haren slaap. Gij zijt geheel koud, lieve! zei hij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek