Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Zij mijn gerimpeld aangezicht bedekt Met 's winters doodsche vlokkensneeuw, en werden De buizen van mijn bloed verstijfd, toch heeft De nacht mijns levens nog herinnering, Mijn kwijnend lampenpaar een schemerschijn, Mijn oor, schoon doof, nog iets gehoors; en die Getuigen, die mij bleven, zeggen mij: Voorwaar, gij zijt mijn zoon Antipholus.

Interessant, zoo'n meisje, zoo'n bruidje.... Prachtig, zoo'n pure meisjesziel!... Wat was hij toch altijd dom-verslaafd geweest aan zijn kunst, aan het zoeken ... zoeken.... Blind en doof voor al het andere!... Kunst-maniac!... Intusschen bleven ze praten, de broers, over en weer. Paul gaf tenminste antwoord, Louis was 't die vertelde en vroeg, aldoor opgewekt-vriendschaplijk van toon.

Hij had zijn stok, waarop hij steeds leunde, tusschen de knieën, en sprak met Otto Van Erlevoort, die voor hem stond, en dien hij telkens iets liet herhalen, daar hij wat doof was. Otto zag de Van Raats een enkele maal bij de Verstraetens of bij anderen en zij waren steeds vriendelijk tegen elkaâr gebleven, hoewel hij niet op het Nassauplein kwam.

Best juffer." "Hier! Hoor eens Gerritje." "Juffer?" "Weet je wel tegen wie je spreekt?" "Joawel, tegen oe juffer." "Dan zou ik in 't vervolg behoorlijk mevrouw zeggen hoorje; de mevrouw hier in huis is de vrouw van dokter Helmond. Versta je me?" "Joawel, doof bin ik niet juffer, iens geheel niet. Alsdat ik mevrouw Van Oake zou roepen, niewoar juffer?"

Dees' socht het Hollandts jammer Te stuiten door zijn raedt; maar 't oor der twist bleef doof, Men scheurde veel te licht een liefdeloos geloof. Indien zijn Fenixgeest verdeelt waer onder seven, 't Vereenigt Nederlandt waer onverdeelt gebleven".

Langen tijd daarna verschenen de iets meer ontwikkelde wezens der primaire periode, uit de eerste voortgekomen: de weekdieren, de schaaldieren, de visschen, nog doof en stom, doch niet meer blind.

Ha! buikvuller, uwe lange ooren blijven doof voor den kreet mijner ledige maag. Aanhoor mij, ik wil het! En hij zweepte hem. De ezel begon te balken. Laat ons gaan, nu gij gezongen hebt, sprak Uilenspiegel. Maar de ezel verroerde zich niet meer dan een paal en scheen van zins al die distelen van den weg tot de laatste naar binnen te jagen. En hij sloeg er geen enkele over.

Toen de tent staat, reikt men mij, als gewoonlijk, de slaapzakken aan en al het materiaal, en ik ontsteek den Primus en laat hem snorren, opdat het geluid mij doof make voor andere geluiden. Er zal zoo aanstonds een vreeselijke misdaad geschieden, die mij diep bedroefd maakt. Vier-en-twintig van onze beste honden, onze getrouwe gezellen, zullen worden ter dood gebracht.

Zelden komt het echter voor, dat hij, als het Auerhoen, alles om zich heen vergeet en doet, alsof hij doof en blind is. Zijne bewegingen gedurende het balderen zijn opgewonden, haastig en vreemdsoortig.

Niettegenstaande het lichaam van Theresia al de kenteekenen des doods droeg, was er nochtans een onuitlegbaar gevoel in de harten der omstanders: geen enkele achtte zich verzekerd, dat het jonge meisje uit de wereld gescheiden was; integendeel, allen hielden voor vast, dat zij nog leefde, alhoewel zij doof bleef voor alle geroep en gevoelloos voor nijpen en schudden.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek