Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juli 2025
Zwijg, domoor, beet de ander hem toe, nog zachter sprekend, opdat de Heilige Christoffel het niet hooren zou; denkt gij dat ik het meen? Een vetkaars zal hij hebben, meer niet; zoo ik maar eenmaal weder aan den wal ben. De botterik! Dat was zeker een Hollander? Neen, maar het was een Zeeuw."
De beide kinderen drongen zich weder dichter bij Gavroche. Gavroche, vaderlijk bewogen door dit vertrouwen, ging nu van het ernstige tot het teedere over en wendde zich tot den kleinste: "Domoor," zeide hij, aan deze uitdrukking een vriendelijken toon gevende, "buiten is het donker.
't Was op dit laatste standpunt, dat de keizer tot zijn gids Lacoste, een vijandigen, beangsten boer, die aan den zadel van een huzaar was gebonden en zich telken reize bij het springen van een bom omkeerde en zich achter Napoleon trachtte te verbergen, zeide: "Domoor, 't is schande. Gij zult u in den rug laten dooden."
En de broers keerden zich om, ten einde te zien, wat hij nu weer kon gevonden hebben. «Domoor!» zeiden zij, «dat is immers een oude klomp, waarvan het bovengedeelte nog wel ontbreekt; wil je dat ook aan de koningsdochter geven?» «Zeker wil ik dat!» antwoordde domme Hans, «het wordt al mooier en mooier! O, het is allerprachtigst!» «Wat heb je nu dan weer gevonden?» vroegen de broers.
Neen, domoor! het is een handschrift en wel een runisch handschrift!..." "Een runisch?" "Ja! Zoudt gij misschien willen, dat ik u eene verklaring van dat woord gaf?" "Daar zal ik wel op passen," antwoordde ik op den toon van iemand, wiens eigenliefde gekwetst is. Maar mijn oom draafde door en onderrichte mij tegen mijn zin in zaken, die ik niet verlangde te weten.
"Ik ken dezen weg best. Je moet aldoor rechtuit tot aan het kleine meertje gaan, en als je daar gekomen bent, sla je rechtsaf, en dan zie je van den top van een heuveltje het dak van het huis van Kniesj. Als je daar eenmaal bent, is 't niet moeilijk om in Tsjigirine te komen. Ik heb Kniesj wel eens tegen vader hooren zeggen: 'Het moet al een domoor zijn, die dezen weg niet weet te vinden."
"Maar wij hebben eerst den 26sten Mei, en tot aan het einde van Juni...." "Denkt gij dan, domoor! dat men zoo gemakkelijk op IJsland komt? Waart gij niet als een gek weggeloopen, dan zou ik u medegenomen hebben naar het goederenkantoor voor Kopenhagen, bij Liffender & Co. Daar zoudt gij gezien hebben, dat er maar één dienst is van Kopenhagen naar Reikiavik, den 22sten van iedere maand." "Welnu?"
Den volgenden morgen pakte Domoor zijn gans op, en ging er meê weg, en om de meisjes, die er aanhingen bekreunde hij zich in het minst niet. Zij moesten maar meêloopen, links en rechts, zooals het uitkwam. Midden op den landweg kwam hen de dominee tegen, en toen hij het spektakel zag, riep hij: »schaamt je toch, jelui onkuische meisjes, met een jongen knaap zoo door het veld te loopen, past je dat?« En hij nam de jongste bij de hand, en wilde haar wegtrekken, maar toen hij haar aanraakte bleef hij ook kleven, en moest zelf meêloopen. Niet lang daarna kwam de koster, en zag hoe de dominee drie jonge meisjes vlak achteraan liep. Dat verwonderde hem en hij riep: »wel, dominee, waar gaat d
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek