Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juli 2025
Steeds verder vlogen ze het land in, en bosschen en meren waren overal. In een berkenhaag zat een houtduif op een kalen tak, en voor haar stond de doffer. Hij zette zijn veeren op, boog den hals, liet zijn lichaam op en neer gaan, zoodat zijn borstveeren langs den tak ruischten. Soms kirde hij. "Jij, jij, jij bent de mooiste in 't bosch. Niemand is zoo mooi als jij, jij, jij!"
Aan onszelf overgelaten, zou er óf geen venster in den somberen muur, óf niets dan een bestoven en bezoedelde glasruit wezen, die voor ons oog alles nog grauwer, nog somberder, nog doffer tintte, dan we het zien met het bloote oog. Dan overkomt ons wrevel en moedeloosheid. Zoo donker is het pad voor ons uit. Zoo met ongerechtigheid overvloeid is het eindweegs, dat we achter ons hebben.
Als het hooi van het leger te vochtig geworden is, nemen zij het weg en vervangen het door nieuw hooi." De lichaamslengte van dit dier, dat men eerst in den laatsten tijd van de Marmot der Alpen heeft leeren onderscheiden, bedraagt 37 cM., zonder den 9 cM. langen staart; de tamelijk dichte vacht is vaal roestgeel. De jongen zijn doffer van kleur dan de ouden.
De nacht is warm en helder; de klok van een kerk begint te luiden met versnelden pas; daar antwoorden andere met scherper of doffer klanken, en het is een vreemde cacophonie, waarin zich zoo nu en dan de zware tonen mengen van het carillon der kathedraal. Christus is opgestaan, en de menigte vult de kerken.
Maar de duif scheen ontroostbaar en op zijn vraag, wat haar bedroefde, antwoordde zij, dat zij treurde om haar doffer, dien zij met haar geheele hart liefhad. »Zeg mij, schoone vogel, wat is dat voor een ding, de liefde, waarvan de vogels in den tuin steeds zingen?« »Liefde,« zeide de vogel, »is het grootste mysterie en de oorsprong van alle leven. Ieder levend schepsel heeft zijn maat.
En weer voelde hij 't onzinnige van zijn rijden naar de stad en zijn groote genegenheid voor 't stille donkere veldenland. Maar zijn gesoes werd doffer, 't gepraat ging verder, hij viel met knikkend hoofd in lichten slaap. Toen de trein de stad naderde met schel-gillend gefluit werd hij wakker en keek naar buiten en zag het rossig-gelige schijnsel dat boven de stad hing.
Sinds ik het verliet, heb ik mij nooit meer gelukkig gevoeld." »Dat komt omdat het u aan werkzaamheid heeft ontbroken." »Dat is maar al te waar, ik voel dat ik al doffer en suffer word, sinds ik hier op dit bovenhuis zit te verroesten."
Maar boven in de lucht vloog de jongen voorbij, en toen hij den doffer hoorde, kon hij zich niet stilhouden. "Geloof hem niet, geloof hem niet," riep hij. "Wie... wie... wie is dat, die zegt, dat ik jok?" kirde de doffer, en probeerde te zien, wie daar tegen hem schreeuwde. "Dat is de kraaienvangst! die zegt, dat je jokt!" antwoordde de jongen.
Ze hadden met de lijster een gesprek aangeknoopt, en hij had hun gezegd, welken kant die kraaienroof was uitgegaan. Later hadden ze een doffer, een spreeuw en een eend ontmoet, alle klagend over een booswicht, die hen in hun gezang had gestoord, en "door de kraai gestolen," "kraaienvangst" en "kraaienroof" geheeten had.
"Nu, 't is geschied, die gekke streek is weer begaan; maar ik zal haar geene ergernis meer geven; ik heb het haar beloofd! dat is zoo goed als een eed. Ik hoop maar dat ik dien houden kan," eindigde hij met een zucht, terwijl zijne stem altijd doffer en matter werd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek