Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juli 2025
In den grond hield zij er niet van: het lied was lamlendig en éentonig, en het docht haar dat Bella lijk een ziekelijke katte daar te miauwen stond. Het is heerlijk! zei ze en, met een veelbeteekenend stootje van hare onderlip, lachte ze Bella toe. Alfred droop naar zijne plaats terug en zat er, lijk te voren, met roerlooze oogen te turen naar Goedele.
Johan Doxa slenterde voort. Het docht hem ineens dat eene ongekende lustigheid zijn hart kwam vervullen met al de weelde van een geheimzinnig gevoel.
En hier was nu Mariëtte in onveranderlijke afbeelding aanwezig, met alles, wat zij, Goedele, nadien geworden was.... Ze dorst zich niet ommewenden naar Ameye. 't Docht haar dat ze walgelijk deed, en een zeerdoende schaamte neep om hare slapen. Ze woonde aldus bij, zonder hulp, de pijnlijke verbrokkeling van al wat zoo geweldig haar verlangen en hare passie uitmaakte.
Hij maakte van die gunst geen misbruik en deed liefst na het dîner zijn intrede. Het docht hem dat de menschen, na het eten, een malscher terrein waren voor de oefeningen van zijne bijzondere welsprekendheid. Bij de Chanteraine's echter zag men hem zeer dikwijls middagmalen.
Hij bedankte altijd, in de hoop, door deze versterving zijn ongeluk nog te kunnen afwenden; want het docht hem, dat van het al of niet vermoorden van dieren het lot zijner ouders afhing. Hen niet te mogen weerzien, en ook het ander verlangen, het werd hem ondragelijk. Zijn vrouw deed goochelaars en danseressen komen, om hem wat verstrooiing te geven.
Wanneer hij dit inzicht deelachtig was geworden, zeide hij niet; mij echter docht: zoo ongeveer in hetzelfde oogenblik, waarop hij het ons ontvouwde. Maar het denkbeeld, mij aan vaders zijde eerstdaags voor het aangezicht van den geheimzinnigen geleerde te zullen stellen, vervulde mij met schroomvallige vreugde.
Maar Goedele, in zwakke aandoening, voelde haar herte week worden. Het docht haar dat ze nooit dieper hare liefde gewaar was geworden dan nu. Ze zei, met bevende stemme, dat hij zekerlijk boos geweest was op haar. En nu ziet ge mij minder geerne. Ik merke 't aan mijn eigen. Zoo machtig woelde in mij uw beeld. Ik hebbe schuld, Johannes. Waarom zegt ge niet dat ik schuld hebbe?
Maar weet je wel waar jij veel op gelijkt?" "Neen, weet jij dat?" "Jawel, je gelijkt precies op een, die altijd ontevreden is! Schort er wat aan?" "Ja, Adriaan, er schort wat aan en dat ik ontevreden ben, dat is waar!" "Zoo," zegt de Smeerdieker met een langgerekten uithaal, "zoo, ik docht ik dat er bie joe niks kon besannen!" "Zoo, Gerrit, dacht je dat? Nou, maar dan heb je 't mis, hoor!"
Eindelijk werd ik radeloos van een angst, die steeds aangroeide, en my docht, dat ik uit- en inwendig verstijfde. In vertwijfeling en zonder te weten wat ik deed greep ik den bijl en sloeg eene opening in den bol waar hy wijdst was. Nu zonk ik welhaast, maar de beweging naar benedenwaart versnelde verbazend en ik stelde een verpletterend nederkomen onvermijdelijk.
Doch het grootst gedeelte der oppervlakte was week, en tot dieper dan de insnijding verrot. Op slechts weinige plaatsen had de ingesneden grond zoo veel vastheid, dat zy zich samenhield. de overige schrappen verdwenen. vreemdeling, wie gy zijn moogt, die... 't Was genoeg, docht my, dat het iemand was, die een vreemdeling, welke daar aan mocht komen, iets had willen meêdeelen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek