Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 mei 2025
De belichting welke overbleef en van de scene heenglansde, was, docht me, rood, geel-rood. Het schijnt dat de estrade verbrand is geweest. Ik heb echter, op geen oogenblik de minste vlam gezien. Ik heb alles gezien. Geen brand. De dames waren, vóor mij, schielijk opgesprongen en wilden nu wegijlen. Zij waren als dieren, juffrouw. Hare oogen puilden uit onder hun wit voorhoofd.
Jan bezag het spook zoo 'ne' zekeren tijd en hij vreef aan zijn' oogen, want hij docht dat het nie waer was; maer als het spook hem verruerde, dan zag hem pormentelak dat het 'ene geest was.
Wel is waar, hij was hier waarschijnlijk de oudste; maar hem docht, de eer kwam den hoogaanzienlijken Van Hoel toe, die 't er, dacht hij verder, ook veel beter af zou brengen dan hij.
Vere sliep tamelijk lang; maar, toen ze ontwaakte, omtrent noentijd, merkte de oude pastoor wel dat ze heel zwak was en dat eene ongemeene koorts hare oogen ontstak. Het docht hem ook dat ze hem niet dadelijk herkende. Ze begon pijnlijk te kuchen. Ze blikte naar de zoldering, waar ze, met ongewone strakheid, de bange figuren harer verbeelding volgde.
Steeds, hoe het haar ook docht dat hij een uitzicht had, bracht hij, boven het zieke wichtje, de onverschillige vormen van eene zware gezondheid die haar als een lompe ikzucht voorkwam. Het kindje sukkelde. Dikwijls sprak zij met Ernest erover.
Nu dan, zei hij kortaf midden de schokken van zijn lach en terwijl hij hare leên omarmde, we zullen tot boven de Jungfrau gaan. Ze juichte niet. Ze beweerde, na een tijdje, dat de tuin vochtig was geworden, en, inderdaad, het docht haar dat het fonteindruppeling zich fijn-spattend tot onder het lage priëel had uitgezet. Hij stak eene sigaret aan en stond recht.
"Waar gaan we naartoe?" vroeg hij onnoozel aan het meisje links. "Naar De Dikke Luis!" Het docht hem dat hij het zevende paradijs te gemoet ging. De heele boel was een wonder. Hij zong slapjes: /* En een dikke pens.... */ Er schoot hem iets te binnen en hij vertraagde zijn stap. Naar het lieve meisje links boog hij zich en dan voelde hij hoe zwaar zijn hoofd was geworden.
Het was, binst die stonden van stilte, dat hare hersens, opgejaagd door wat er Sörge overdag met gezochte woorden had laten invallen, steeds in naarstige koorts te werke gingen. Nu hijgden, in haar, de drift van de zoevende ruimte en het verlangen om hoog in die bedwelmende gonzing op te gaan. Het docht haar dat ze iets wilde vragen dat verboden was. Rupert! fluisterde ze in zijn hals.
De jongen was heel ziek, zeide hij, en zwak door bloedverlies, maar zijn geest scheen zoo gekweld te worden door verlangen het een of ander te openbaren, dat het den dokter beter docht, hem de gelegenheid hiertoe te geven dan er op aan te dringen, hem tot den volgenden morgen met rust te laten, wat hij anders zeker gedaan zou hebben. Het werd een langdurig onderhoud.
Toen de dag voorbij was begon ik hierover dit sonnet, hetwelk begint: Onlangs, terwijl ik mijmerende reed, Moede en misnoegd om mijnen langen tocht, Zag 'k, halfweegs, vòòr mij doemen wie mij docht Amor, in pelgrim's licht gewaad gekleed.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek