Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 mei 2025
Ze hief zonder haaste de fluweel en gordijn op, ging het duistere kamerken door en geraakte op straat. Dan liep ze, recht vóor zich uit, en zij en dierf niet ommezien. De gezichten der menschen, die haar voorbijsleerden, waren lijk bleeke vlakten, geruchtloos schuivend in nattig geluchte. Waar was de zonne?
Ursule trachtte meermaals met zoet gevlei haar op te beuren. Ze sprak weer van een cottage, waar ze zouden gaan inwonen, bij 't naderen van de lente. Ze dierf echter het gezelschap van Bella niet meer oproepen. Het was gisteren al te bar verloopen en de herinnering eraan zou geen goed stichten. De weke liep door.
Hij dacht: ik kan er toch niets aan beteren, als 't gebeuren moet er zijn nu vier dokters .... Hij dierf niet vreezen dat ze mogelijk Vere uit den nood helpen zouden, maar hij hoopte heimelijk dat hun kunde nutteloos mocht zijn. Het was ook voor haar het gunstigste lot: zoo ging ze heen zonder de zekerheid dat ze niet bemind werd. Pastoor Doening zat over zijn boek gebogen.
In de vestibule liep hij Simon te gemoet. He-wel? Simon had een harden blik. Hij sprak niet, ging dadelijk Ko helpen, die met pastoor Doening, de bleeke Vere droeg. Ernest kreeg een stoot in de borst en zijne knieën, zwak geworden, plooiden halvelings. Is ze....? Hij dierf het woord niet uitspreken. Pastoor Doening zei: Ze ligt in bezwijming, al lang te lang. Simon heeft den dokter verwittigd.
Hij vloekte en verwenschte en kwam naderhand in het aanschijn van het onbeweeglijk Kristbeeld jammerend zijn groote wanhoop weenen. Hij dierf niet opblikken naar zijne zuster. Hij wist dat ze roerloos daar stond, dat haar gelaat onveranderlijk bleef, dat geen ongemeen vuur in hare oogen schoot en dat geen vezel van dat schaduwend vrouwenlijf trilde.
FRANS. Eê! hij is bang; hij beeft, ik vuel' het. Wel wâ kieken! BALTE. A's Kobe zijne' mond nie toehoudt, stamp ik hem van de keldermond. Na, daer dierf toch niemand in datd huis gaen, al was 't dat de geest niet dé as roepen: verlost mijn' ziel! verlost mijn' ziel!
Het is goed dat ge dat meevoelt. Hij stamelde, heel week wordend: Ja, het is goed ... het is goed.... Hij maakte ervan, zonder goed in te zien, een groot ongeluk, en zijn herte was er vol mee. Hij probeerde aan het kindje te denken, dat hij nooit gezien had, en aan Madeleen, die hij nooit gezien had. Hij dierf dat nu doen, in de aanwezigheid van Goedele en buiten 't bereik van zijne vrouw.
Gedurig heerschte de wegende stilte. Op elkendeen's lippen lag een onbeduidend gezegde, dat iets verroeren zou in 't geluchte en een beetje rustigheid stichten, een beetje verstrooidheid te gelijk.... Naar niemand en dierf noch en sprak. Men haastte zich, in schijn onachtzaam en lui zich toonend, en de leegte die overal was, werd onverdraaglijk.... Sebastiaan vertrok.
Geen van beiden dierf opzien. Ze bleven zitten, verbrijzeld, zonder hoop de uiterste kastijding afwachtend. De angst vleugelde langs de muren. Ze voelden den waaitocht van die schrikkelijke wieken en ze keken niet op. En de tijd voer verder in holten van stilte. Toen weerstond Cordule niet meer aan haar zielewee.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek