Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 oktober 2025
Dat was goed voor den dichter Rodolphe, een deugniet, die voor alles deugde, en die nooit een honderd-sous-stuk in zijn nabijheid liet komen zonder er, het kwam er niet op aan waarmee, op te schieten.
En gij, mijnheer Droi! want gij zult daar wel verstand van hebben, neem dien dwazen molenaar die soepterrine van zijn hoofd, en gesp die sabel los." Nadat dit alles geschied was, zeide zij: "En jij, Frits Sahlmann, jou oude babbelaar, jou deugniet!
Zij legde haar hand op den schouder der moeder en sprak: "uw proeftijd is geëindigd; zij, die u dit heeft aangedaan, komt alles weer herstellen." Toen kuste ze Deugniet op beide wangen en verdween met Grauwbaard, een heerlijken geur achterlatend, die nog acht dagen lang duurde.
Hij kon zich niet meer inhouden en knielde bij 't bed neer, terwijl hij den kleinen krullebol met liefkoozingen overlaadde. Deugniet schrikte er van wakker.
In het begin was het natuurlijk zwaar werk, en Jo maakte allerlei dwaze vergissingen; maar de verstandige professor stuurde haar veilig in kalmer vaarwater, en de meest uitgelaten deugniet werd ten laatste getemd.
"Kon ik een deugniet, die mijn paard stal, ridderlijk behandelen?" bromde Reinout tusschen zijn tanden. "Met uw verlof, genadige Oom!" zeide Willem: "wij zullen uwe uitspraak in zooverre wijzigen, dat wij de verschooning aannemen, door onzen trouwen Reinout bijgebracht en hem een gelijken prijs toekennen als door ons werd behaald.
Ik sprong op als een leeuw en riep: "Kapitein, hij liegt het!" Tromp fronste de wenkbrauwen en zeî alleen: "Ga heen, deugniet! Gij zijt uw gezelschap waard!" Van dien dag af ondervond ik, dat het waar is wat het spreekwoord zegt: "Wee den wolf, die in een kwaad gerucht staat!"
Laat ik beginnen: Ik ging met den Deugniet, gelyk gy weet, in den Hortus Medicus, vast voornemende, om nooit weêr met hem uittegaan; en echter hy was dezelfde beschaafde, aangename, fatsoenlyke man omtrent my.
Op school was hij zulk een deugniet, en hij bleef zóó dikwijls stilletjes thuis, dat meester hem op het laatst niet meer op school hebben wilde. O, meneer, die Govert zei altijd zulke leelijke woorden en hij vloekte zoo! En eens heeft hij van mij een doosje met kleurkrijt gestolen, dat ik meegebracht had om een kaartje te teekenen.
Excuseer!» riep Bob, quasi ontsteld uit, want de deugniet had het met voordacht gedaan. »Dat spijt me, neef Pieter. Doet het erg pijn?» »Au! Au!» zei Pieter nog eens, terwijl hij het pijnlijke deel zonder ophouden wreef. »Ga zitten, Pieter!» zeide mevrouw van Koorde. »Neef Robert kon het niet helpen, zegt hij immers.» Bij die woorden keek zij neef Robert echter in het geheel niet vriendelijk aan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek