Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


En ook uw ander lief, Demetrius, Die nog zoo even met den voet mij stiet, Dat hij volschoon mij noeme, nimf, godin, Onschatbaar, hemelsch? Waarom spreekt hij zoo, Tot wie hij haat? En wat ontkent Lysander Die min voor u, die heel zijn ziel vervult, En biedt aan mij, als meende hij 't, zijn hart, Dan opgestookt door u, door uwen wil?

Toen Demetrius vernam, dat Friso weer thuis was, zond hij een bode tot hem zeggende, dat hij zijne kinderen tot zich genomen had om hen te voeren tot eene hoogen staat, en om hem te beloonen voor zijne diensten.

Dit hadden wij gedaan uit vriendschap voor Nearchus, want wij kenden hem voor een basterd bloed, door zijne blanke huid met blauwe oogen en wit haar. Naderhand ging Demetrius los op Rhodus, daarheen brachten wij zijne soldaten en leeftocht over. Toen wij de laatste reis te Rhodus kwamen, was de oorlog voorbijgegaan. Demetrius was naar Athene gevaren.

Neen, neen, afzichtlijk ben ik als een beer; Wat dier me ook zag, 't vlood angstig iedren keer; Geen wonder, dat Demetrius mij ducht, En mij, of ik een monster ware, ontvlucht. Wat leugenspiegel blies mij in, dat ik Mij meten kon met haren fonkelblik? Maar wie is daar? Lysander! op den grond! Dood, of in slaap? Ik zie noch bloed, noch wond. Lysander, vriend! ontwaak, indien gij leeft.

Neemt, heem'len, gij voor Andronicus wraak! Aldaar. Een vertrek in het paleis. Van de eene zijde komen op: Aaron, Demetrius en Chiron; van de andere zijde de jonge Lucius en een Dienaar, met een bundel wapens en daarop geschreven verzen. CHIRON. Demetrius, daar is de zoon van Lucius; Hij komt een boodschap aan ons overbrengen. AARON. Een dolle boodschap van dien dollen oude!

Trekt voort! Rome. Het voorplein van Titus' huis. Tamora, Demetrius en Chiron komen op, vermomd. TAMORA. Aldus, in deze vreemde, somb're dracht, Bezoek ik Andronicus nu, en zeg, Dat ik de Wraak ben, uit de hel gezonden, Om voor zijn jammer met hem recht te doen.

DEMETRIUS. Neen, zoo blikt een, die door u werd vermoord; Door uwe wreedheid is mij 't hart doorboord; Maar gij, de moord'nares, blikt met een gloed, Die Venus aan den hemel tanen doet. HERMIA. Maar waar is dan Lysander? Vriend, ik smeek, Demetrius! geef hem mij weer! o spreek! DEMETRIUS. Veeleer wierp ik zijn lijk mijn honden voor. HERMIA. Gij hond, gij wolf!

Deze oude basiliek werd in het begin van de achtste eeuw gebouwd op het graf van den heiligen Demetrius, die ten jare 307, te Thessalonika den marteldood onderging. Volgens de overlevering, welde uit dit graf een stroom van heilige olie, die op den dag zelf, waarop Sultan Amoerad zijn intocht in de veroverde stad hield, eensklaps ophield te vloeien.

AARON. Wat! zijt gij dol en weet gij niet, hoe vinnig En ijverzuchtig zij in Rome zijn, En nooit in liefde mededingers dulden? Ik zeg u, 't is uw dood, dien gij beraamt Met zulk een aanslag. CHIRON. Aaron, duizend dooden Trotseer ik, om te erlangen, die ik min. AARON. Te erlangen? wat! DEMETRIUS. Kan dit u zoo bevreemden?

Thâ wi tha leste rêis to Hrodus kêmon, was orloch vrtyan. Dêmêtrius was nêi Athenia fâren. Tha vs kêning thåt vnderstande, lêd-er vs tobek. Tha wi anda hâve kêmon, wêre êl et thorp in row bidobben. Friso thêr kêning wêr ovir-a flâte, hêde en svn ånd en toghater tûs, bjustre fres, as jef hja pâs ut Fryasland wêi kvmen wêren, ånd wonderskên as nimman mocht hügja.

Woord Van De Dag

morfinedroppels

Anderen Op Zoek