Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 oktober 2025
In de koelte dier plant was de deerne gaan zitten met het geschonden gelaat; de breede schaduw die uitging van de dicht ineengewarde blâren viel haar over hoofd en romp tot op de knieën, waar zij uiteenbrokkelde op den grond tot een grillig gewemel van ronde schaduwschijven. Zóó zat ze met de voeten in het licht.
De deerne had den lastigen vrijer op vrij snibbige wijze den rug toegekeerd en Zopyrus bedankt, toen deze den indringer met klappen dreigde.
Maar dan kwam het weêr naar boven, het gelaat vertrokken tot een carnavalsmasker, vreemd en huiverig van verschijning als de ziekelijke uiting van een overspannen brein en dan zonk het hoofd opnieuw omlaag, om neêr te vallen op den harden drempel. «Och," had de schilder gezegd. «Es tonto," zei de deerne, «het doet hem geen pijn, heertje, es tonto."
Het was een loome nacht, waarin de geluiden van late menschen een eenzaam vriendenpaar gearmd, dat vertrouwelijk liep te praten, of in de verte het schelle lachen van een lustige deerne klankvol luidden als in een donker treurspel van ouden tijd.
ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. Gij hebt mij overtuigd. Ik wil dus gaan, 107 En, vroolijkheid ten trots, nu vroolijk zijn. Een deerne weet ik, aardig, onderhoudend, Vol geest, gevat, ja vrij, maar toch ook zacht; Daar zullen we eten; 't is een meisje, waar Mijn vrouw, doch ik bezweer u, zonder reden Zich vaak jaloersch om heeft getoond. Bij haar Gebruiken wij het maal.
Nu, bij de goden der krijgshafte Gothen, Ons allen zal die kindertwist verderven. Wat, heeren! spreekt, acht gij het niet gevaarlijk, Zich aan eens prinsen rechten te vergrijpen? Wat! is Lavinia zulk een losse deerne, Of Bassianus plots'ling zoo ontaard, Dat zulke twisten om haar min ontstaan, Zelfs zonder weêrstand, straf of wraak te duchten?
En, naarmate Uilenspiegel met geweld Stevenijne keersen deed eten, sprak hij: Deze is voor de pijne der galge; deze voor de kortooring; nog eene voor de brandmerking; deze hier voor de tongboring; kom, hier nog twee dikke vette voor de galeien des konings en voor de vierendeeling; deze is voor uwe spelonk van spionnen; deze is voor uwe deerne met heur goudlinnen kleed; en al deze hier voor mijn eigen rekening.
"Eén woord van uw mond en ik kan vrucht van mijn nasporingen verwachten. Weigert gij mijn verzoek, dan stoot ik overal het hoofd." "Gij zoudt dus verlangen, dat ik, om een weggeloopen deerne, mijn voornemen verzaakte en de vermomming afleidde, die ik zoo moeizaam bewaard heb?" "Gij zult die toch niet lang meer kunnen bewaren; men is op het dorp reeds nieuwsgierig.
Gij hebt in mijne tegenwoordigheid dien Italiaanschen Ridder beleedigd.... neen, antwoord niet; hij moge dan zijn wie hij mag: die afkomst doet hier niets ter zake; gij hebt hem gehoond, en mij ter zelfder tijd. Gij hebt mij in zijne oogen en in die van anderen voorgesteld, als ware ik een losse, minzieke deerne, gereed mij te vergooien aan al wie mij een zoet woordje toesprak.
«Is 't afgeloopen, heertje?" vroeg de deerne, terwijl zij zich het warme haar uit de oogen streek. «Ga," zei de schilder knorrig. Toen met een krachtigen stoot van zijn voet schoof hij de doos achteruit, zocht in den zak van zijn jasje een sigaar en begon snel te rooken; achter hem waren de vrouwen gaan staan; ook de slungelige meid was geeuwend uit het huisje gekomen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek