Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Daarom neemt hij deze zeven en twintig, onder aanvoering van Martin Corker, die beweert, dat hij genoeg Spaansche halzen heeft afgesneden, om het Spaansch vlot te kunnen spreken. Nadat dit geregeld is, neemt Chester Dalton mee in zijn hut en zegt tot hem op ernstigen toon: "Luister naar mijn bevelen. Sla de geheele bemanning van de Esperanza in boeien. Zorg, dat niemand ontsnapt.
Hiermee zijn zij om zeven uur reeds klaar; want Chester heeft nu honderd vijf en twintig matrozen aan het werk, die hun handen reppen, zooals zeelui altijd doen, als er uitzicht is op buit. Vervolgens vraagt Guy aan Dalton: "Zijt gij er in geslaagd, een geestelijke van de Katholieke kerk in Zeeland voor mij op te sporen, zooals ik u had opgedragen?"
"Verlaat u op mij. Geen der knoflooketende Dons ziet zijn moeder ooit terug. Als ik gevaar mocht loopen, dat een Spaansch oorlogsschip mijn schip nam, dan overboord met hen," zegt Dalton en laat zijn woorden vergezeld gaan van een welsprekend gebaar.
Doch ieder, die met mij op de Esperanza gaat, krijgt er twintig extra voor het waagstuk, en het gaat op leven en dood, daarom dwing ik niemand. Zij, die lust hebben met mij dat avontuur te wagen, moeten op het halfdek gaan staan." En in een oogwenk staan al de matrozen om hem heen op het halfdek, terwijl Dalton uitroept: "Neem mij in 's hemels naam mee, commandant. Ik laat u niet alleen gaan."
Als zij deze haven verlaten, zeilen zij opnieuw naar Vlissingen en vinden tot hun groote vreugde de Dover Lass op hen wachtend, daar Haring zeer snel heeft gereisd, Dalton zijn orders stipt heeft uitgevoerd en de Dover Lass buitendien terstond onder zeil kon gaan, omdat de haven van Enkhuizen reeds geheel vrij was van ijs.
Haal ze in en zie er eens alles van te weten te komen, Dalton." In een halfuur heeft de Dover Lass de schepen ingehaald, die onder het commando staan van kapitein De Rijk van Amsterdam. Van hem verneemt Guy, dat de Geuzen niet alleen Vlissingen hebben ingenomen, maar ook den Briel.
Tien jaren later gordt hij echter zijn zwaard nog eens aan, zooals iedere echte Engelschman, en op zijn eigen kosten zes schepen uitrustende, waarvan het kleinste de oude Dover Lass is, onder bevel van Dalton, vat hij post in het kanaal onder Lord Howard van Effingham, om te strijden tegen de groote Armada, door Philips van Spanje uitgezonden teneinde de vrijheid van zijn land te bedreigen.
"En nu de schat!" roept Dalton levendig uit, doch zijn verweerd gelaat betrekt, als Guy antwoordt: "Voor het oogenblik nog geen schat." Ook de manschappen zijn zeer teleurgesteld, want allen meenden, toen zij zagen, dat hun commandant nog leefde, de twintig beloofde gouden dubloenen reeds in handen te hebben.
Men kan echter van het kleine schip niets bespeuren, daar het geen lichten uit heeft; maar als de sloep licht-signalen geeft, wordt er een lantaarn op het schip geheschen, om de plaats aan te duiden, waar het zich bevindt. Aan dek doet Chester's eerste officier hem rapport: "Ik ben blij, dat gij terug zijt," zegt Dalton. "Wij zouden waarschijnlijk morgen zijn aangevallen.
Vreemd genoeg gaat zijn boot de Schelde niet op, maar juist naar den anderen kant en bereikt na twee uren met veel moeite, daar het tij tegen is, de Dover Lass, waar Chester in zijn verliefde bezorgdheid in zijn hut een lange beraadslaging houdt met Dalton.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek