Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 oktober 2025
En zij barstten in lachen uit en buitelden over elkaâr op den grond. Driehonderd sestertiën! riepen de jongens. Per dag!! En ze keken elkander veel beteekenend aan en riepen: Ze heeft wat over, om ons te zien! Die edele Crispina! En ze knipoogden tegen elkaâr en lachten en buitelden en stompten elkaâr in de ribben.
Wat, domina? Naar de kinderen.... Zij maken het wèl, domina.... Ik zag ze niet sedert drie jaar.... Toen zij dansten in het mimus-spel.... Zij zijn gegroeid; zij zijn mooie knapen.... Zij spelen de "eerste-vrouwe"-rollen.... Domina zal ze morgen zeker komen zien....? Ik weet het niet, weifelde Crispina. Maar het Hof komt toch? De Keizer? vroeg Lavinius, reeds angstig.
Zonder er bij te denken, omdat zij histriones waren, verfden zij zich de oogen, de lippen, natuurlijk-weg. Zij wilden kiezen uit de kleederen, die daar hingen. Blijf liever zoo, zei Crispina. Het is zoo koud, zoo, domina, zei Cecilianus, even rillende, van de avondkoelte. Zij naderde hen en plots omarmde zij hen beiden, in hare armen. Zij was verliefd op hare kinderen, omdat ze zoo mooi waren.
We waren samen 's morgens in ons kamertje het was zoò vervelend en je weet nooit wat te doen en toen kwam Crispinus, en die zei, dat Cecilius meê met hem moest. Waarheen, vroeg ik. Naar den Keizer, zei Crispinus. Crispina kwam ook en die was heel boos.... Maar Crispinus beval Cecilius meê te komen.
Zij zette zich tusschen de anderen in de zoo bevallige beslotenheid van dit kleine vertrek, dat op het atrium uitkwam. En Crispina beval de jongens te dansen.
Er staat duidelijk in: in geval er eenig nadeel berokkend wordt in de persoon van éen der aan de edele Crispina verhuurde komedianten, Cecilius en Cecilianus, wordt hun dominus toe gezegd een schadevergoeding van tweehonderd.... Toòn dat contract! raasde Crispinus. Trebellius heeft het gelezen! riep Crispina. En Labienus Posthumus, zei de dominus. Toòn dat contract! raasde Crispinus.
De bombyx-dekens voelden aan als een schapenvacht, maar van zij.... Op rood marmeren tafel lagen, tusschen vergulde toiletvoorwerpen, twee vergulde rozenkransen. Moeten wij die op zetten? vroeg Cecilianus. Ja, zeide Crispina. Zij zat op een der bedden en zag glimlachend de jongens kijken en vragen. Zij deden het met een zekere bescheidenheid, gewend aan alles.
Je jongens? Denk je, dat wij ons beschouwen als.... Als.... Ze keken elkaâr aan en proestten het uit van het lachen. De kinderen van.... Van.... De edele Crispina!! schaterden zij het uit. Dondersche jongens! riep de dominus uit. Hoe weten jullie? Hoe we het weten....? Dat komt er niet op aan! Hoe lang weten jullie....? Hoe lang we het weten....? D
Ik woû je vragen of je een middel wist om onzen dominus.... Maar Crispina, uit het huis, was getreden. Decius verdween; de slaaf sloot de deur, met grendels. Welkom, jongens, zeide Crispina vriendelijk. Zij was hunne moeder, maar de jongens verrieden niet, dat zij wisten, na eerst slechts vermoed te hebben. Edele domina.... groetten zij, buigend. Zij hijgde lichtelijk, van aandoening.
Mijn hart is vol van zorg en verdienen doe ik niets met mijn grex.... Jawel, ik kreeg van Crispina voor iederen dag driehonderd sestertiën, maar hoe het nu zit, dat Cecilianus niet meer bij haar is, terwijl Cecilius op het Palatium is, dat weet ik niet en dat is een ingewikkelde zaak, waarover ik eens met Labienus Posthumus, mijn rechtskundigen raadsman, moet spreken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek