United States or Estonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Geef hèm het geld, zei Crispina. Maar reeds, met beleefd zwierigen groet, trok zich Lavinius terug, opende plots de deur. De Prætoriaan stond buiten.... zijn oor tegen den post, om te luisteren.... verveeld, dat hij alleen onduidelijk had hooren schèlden.... Broêr en zuster waren alleen. Zij zagen elkander vol haat aan. Ik blijf hier, zeide hij. Als de Keizer mij nièt laat ontbieden....

Het was haar in haar reeds zorgvolle stemming om den moord op Nigrina, waarvan men verdacht, dat zij zoû weten, zoo een bittere teleurstelling, dat zij zich achter de andere vrouwen boog naar Crispina en haar bijna hard-op, met een hatelijken, nijdigen grijns vroeg: Crispina....! Ben je tevreden.... over je tweelingen?? De adulescens smachtte van liefde. De exostra draaide.

Neen, kreunde Cecilianus en weende. Earinus vertrok. Crispina verzorgde haar zoon. Zij verzorgde hem met hare slaven, slavinnen, als ware hij een zieken prins geweest.

Sedert, om hem te verzoenen, had zij zich door hem verkoopen laten, telkens en telkens.... Ook aan den Keizer.... Had hij zich niet gewroken.... Nu waren de jaren gewenteld.... Zij zag hem steeds aan, onderging zijn vreemde kracht, als magiesch, in zijn doorzenuwde zwakte. Maar er werd gebonsd op de deur. Lavinius....! riep zij. Bónst een komediant op de deur van Crispina? lachte hij.

Lavinius Gabinius trad binnen; de Prætoriaan zeide: Ik zal in het park op hem wachten, om hem terug te leiden.... En Crispina sloot de deur. Domina, groette beleefd de dominus. Crispina, een oogenblik, zeide niets. Zij moest tot kalmte komen; haar borst deinde. Zij zette zich op de rustbank. Eindelijk sprak zij: Lavinius.... Domina? Ik heb je bij me laten komen.... Om je te vragen....

Weest nu lieve, zoete jongens, op den Palatinus. Dat jullie geen last krijgen en ik geen last krijg. Want als er jullie iets gebeurt, bij Herkles, ik krijg geen as schadevergoeding voor jullie! loog de dominus. De jongens beloofden op te zullen passen, bij de edele Crispina. Zij moesten dien avond gaan. De voller maakt onze gele jasjes schoon; nou, die zijn eigenlijk op, meende Cecilianus.

Ik heb hen voor gesteld als ge mij zeidet. Om, zoo lang het de edele Crispina behaagt, in hare dienst te treden als histriones en haar verblijf op den Palatinus te veraangenamen met zang en dans en voordracht. Intusschen niet langer dan de zomermaanden duren, daar in het begin van het najaar wij over Sicilië naar Karthago vertrekken. Wat hebben zij geantwoord.... Zij hebben wel tegen gestribbeld.

Twéelingen!! lachten de vrouwen, weg dringende door de deur. Zij waren weg, met Crispinus.... Crispina, bleek, opende de deur. Domina, zei de Prætoriaan, wiens speer zij had hooren rinkelen. Hier is Lavinius Gabinius, dien ik van de Septizoniumpoort heb moeten begeleiden tot uw huis.... Laat hem binnen.

De dominus haalde de schouders op, minachtend; al kletste hij er nooit over, hij wist maar al te goed, dat hij de tweelingen van Manlius en Crispina nièt had gestolen.... En hij grinnikte nu, blij om zijn goede kans, dankbaar aan Fors Fortuna, en verteederd: was hij niet altijd als een vader voor hen geweest? Kom jongens; kom meê! riep de dominus. Jullie willen toch niet dien neger koopen....

Om haar heure vrouwen en men wees ze elkaâr, zich voorover dringende op de breede treden van de Cacustrap. Domitilla naast haar....? Maar Nigrina is.... Sst! Zij spraken het niet uit, uit bijgeloof, uit eerbied voor de Megalezia èn voor mogelijke luistervinken in de menigte. Domitilla, zusterskind van Domitianus.... En daarnaast Crispina....? Ja, de zuster van Crispinus....