United States or Mexico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mooier dan in het Wonderjaer, vonden de Vlamingen in den Leeuw van Vlaenderen een taal terug, die ze voor letterkundig gebruik ongeschikt hielden, en op dit meer bezonnen werk hadden met meerder reden de woorden kunnen toegepast worden van een aan Conscience onbekend lezer, die hem in 1837 schreef:

Kennelijk werd die laatste vermaning er slechts bijgevoegd pour acquit de conscience. Ook haastte zich de goede man na die afdoening op zijn gewonen hartelijken toon te hervatten. »Zoo wilt gij dan schilder worden, Frits?" »Ik, dominé! hoe komt u daarop, dat heb ik mij nooit ingebeeld, geloof dat van mij."

"Velerlei waren de gewassen die de natuur op deze belommerde plaats had gezaaid: Daar ontstonden in menigte de vergiftige Wolfsmelk, de wrange Zuurklaver, de verzachtende Maluwe en het bijtende Lepelblad." Vader Conscience hertrouwde toen hij 47 jaar oud was.

"Conscience l'innocent" noemde hem Dumas père, die een roman met dien titel schreef waarin hij de figuur van Conscience en diens schoonste schepping, "De Loteling," tot een enkele versmolt. De meeste zijner verhalen zijn de verheerlijking van een onvergankelijke liefde.

"Rechtens zeker niet; maar het kan een cas de conscience zijn voor u, dat wil ik wel gelooven. En is hetgeen van u gevergd wordt dan zoo moeilijk om in te willigen?" vroeg Verheyst nog, zonder den brief te openen. "Ça dépend! Het zou een zeer aangename plicht kunnen zijn. Mijn oud-tante wil, dat ik trouwen zal."

Het zoeken naar uitdrukking en lokale kleur doet hen de geschiedenis bestudeeren en maakt den weg open voor de vaderlandsche romanciers. De meeste werken, niet alleen van Conscience maar ook van zijn tijdgenooten, worden overvloedig geïllustreerd. De plaatjes van "Het Wonderjaer" vertoonen zware gestalten, koppen die van Rubens' Antwerpsche schilderijen min het schoone zijn afgekeken.

De held van het verhaal waagde een laatste poging door zijn stuk naar een tentoonstelling te zenden en heeft het vast besluit genomen de kunst vaarwel te zeggen, zoo hij niet slaagt. Heeft Conscience niet eenzelfde crisis doorgemaakt?

Bij het vuur, in de duisternis, stond een eenzaam foerierken, met onder den linnen kiel een zwarten rok. Conscience werd ziek. Hij mocht toen tijdelijk het kamp verlaten, waar toch niets werd uitgericht, en een onderkomen zoeken in het naaste dorp. Zijn kameraden zien hem medelijdend vertrekken. Zijn handen bevriezen op zijn geweer, hij heeft de kracht niet meer om het van schouder te veranderen.

Zijn moeder komt met hem terug en, vriendelijk bezorgd, gaan ze met Conscience naar den Koning van Spanje, waar hij voortaan zal kunnen blijven. In de groote bovenzaal van de herberg staat, in een hoek, zijn bed. Nauwelijks heeft hij zijn pak daar neergelegd en de menschen bedankt, of hij zoekt De Laet op en vertelt hem alles wat er is gebeurd. De Laet vindt zijn lot schoon en benijdenswaardig.

Zulke gewaarwording zoekt Conscience. Hij meent dat ze alles doet vergeten, vijandschap en bekommering. Alleen godsdienstig gevoel kan zulks bewerken: Natuuraanschouwing wordt eeredienst, die troost.