Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juli 2025


Een kruintje voor een mutsje voor het aanstaande kind van mijn schoonzuster. Clara en Caroline. Charmant! Allerliefst! enz. enz. Clara. Ik durf mijn werk haast niet voor den dag halen. Louise. He! wat een kousen! Clara. Ja! Ik weet niet hoe mijn vader doet. Hij is een best man; maar hij verslijt schrikkelijk veel kousen. Louise. Net als oom. Dat komt van die pantoffels. Caroline.

Dat is allerliefst van u: ik hoor, dat uw nieuwe coupé zoo gemakkelijk is, en ik wil haar graag eens probeeren. Caroline. Neen maar, ik krijg de coupé niet, ik ga met een slee heen. Louise. Een slee! Nu! als oom zooveel paarden op stal had als uw vader, zou ik hem wel beduiden, dat hij mij geen slee stuurde. Caroline.

Wij noemden op school den Luitenant: l'amoureux des onze mille vierges. Caroline. Louise. Juist, hij zal nu gaan zingen: Oui, c'en est fait: je me marie enz. Maar de vraag is: met wie van u beiden? Clara. Niet met mij, want na hetgeen ik van hem gehoord heb, zou ik hem hartelijk bedanken. Caroline. Maar heeft hij u dan gevraagd? Louise.

Op mijn bevestigend antwoord geleidt hij mij, langs vijvers, en met volkomen zekere schreden, naar de apotheek, waar zuster Caroline de geneesmiddelen laat bereiden voor de door haar ondersteunde armen. Het is van daag de dag der vrouwen, die in grooten getale zijn opgekomen en van de vrome edele zusters raad en hulp ontvangen.

Stil! en wenscht elkander liever geluk, dat u de oogen zijn opengegaan; want die schelm was op weg, om eene van u, zoo niet beiden, ongelukkig te maken. Caroline. Ik wil niets meer van hem weten. Clara. Ik ban hem voor altijd uit mijne gedachten. Caroline. Ik zal hem zijn briefje verscheurd terugzenden. Louise.

Gerechte Hemel! ben ik dan zoo verachtelijk, dat een zoogenaamd fatsoenlijk man zich niet schaamt mij met oneerlijke oogmerken zijn hof te maken? Is mijne familie niet zoogoed als die van iemand hier? Caroline. Mijn lieve Clara! Ik kan het waarachtig niet helpen. Ik wist niet.... ik ben recht ongelukkig....! Louise. Caroline. Wie kon ook zoo iets verwachten? Louise.

Haar invloed op Bonaparte had zij voor een groot deel althans weten te herwinnen; in den strijd tegen zijn familie had zij gezegevierd; door Caroline en Murat had zij zelfs bondgenooten gekregen in 't vijandelijk kamp en den toorn der familie Gohier, die zij den 18en Brumaire leelijk had misleid, had zij reeds ten deele doen bedaren.

Ja maar, lieve meid! de paarden zijn van morgen al naar de kerk geweest en van middag heb ik in de plantage gereden, en papa moet morgen vroeg naar buiten om een verkooping. Louise. Kom! er zijn er immers wel zes of acht bij u op stal. Caroline. Nu ja, maar de nieuwe blessen moeten gemenageerd worden; en gij wilt de chaispaarden niet voor de coupé spannen? Louise.

Mejonkvrouw Caroline, ook even, als "verdere familie" in den speech van meneer den pastoor herdacht, klonk van haar kant met hem aan en lachte daarbij heel vreemd, alsof zij plotseling door iets heimelijk-prettigs gekitteld werd. De boeren, na hun kort, plichtmatig handgeklap, zwegen.

En dan te moeten vragen: Mademoiselle, est-ce que j'ose avoir de cici? Mademoiselle, est-ce que j'ose faire cela? Caroline. Dat is geen Fransch: en Juffrouw Siloin sprak zeer goed Fransch. Louise. Dan is zij wel de eerste van alle gouvernantes, die niet van est-ce que en j'ose sprak. En hou je de correspondentie trouw aan? Caroline. O! spreek er mij niet van.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek