Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij moest met haar castagnetten waarschuwen zoodra zij de patrouille zag komen. Maar dat was niet noodig: de smokkelaars waren in een oogwenk klaar. Den volgenden dag ging ik naar de Candilejo-straat. Carmen liet op zich wachten en toen zij kwam was zij vrij slecht gemutst. Ik houd niet van menschen die zich laten bidden, zeide zij.

Carmen draaide daarop de lamp uit en heette in haar taal Dorothea er van door te gaan. Ik zelf vluchtte op straat en begon te rennen zonder te weten waarheen. Toen ik tot bezinning kwam, bleek het dat Carmen mij niet had verlaten. Uilskuiken, kanarie! zeide zij, je doet niks dan stommiteiten. Ik heb je wel gezegd dat ik je ongeluk zou aanbrengen.

Om kort te gaan, ik kreeg Carmen dien dag terug en ik haastte mij haar te zeggen dat zij weduwe was. Toen zij vernam hoe dat in zijn werk was gegaan, zeide zij tot mij: Je zult ten eeuwigen dage een lillipendi zijn! Garcia had je moeten dooden. Je pareeren op zijn Navarreesch is allemaal onzin en hij heeft handiger kerels dan jou om zeep gebracht. Maar zijn tijd was gekomen. De jouwe komt ook.

Nu, zeide Carmen, ik zal drinkbakjes voor de vliegen op je gezicht maken en ik zal er een dambord op schilderen . Daarop, flap! begint ze met het mes waarmee zij de punten der sigaren afsneed, haar St. Andries-kruisen op het gezicht te teekenen. Het geval was duidelijk: ik nam Carmen bij den arm: Zusje, zeide ik beleefd, u moet me volgen.

De combinatie firlamui is onmiddellijk begrepen door een Zigeuner-purist en ik houd die voor overeenkomstig met den geest van zijn taal. Dit is, dunkt mij, meer dan genoeg, om den lezers van Carmen een gunstige meening te geven van mijn studies in het rommani.

De dentiste draafde al, trok met tienmaal meer haast dan noodig was den koker weêr uit den achterzak van zijn jas en presenteerde. «La senorita tambien?" vroeg hij. De juffrouw eveneens? De Andaluze reikte uit haar achteroverliggen, en rolde toen de sigaret vochtig tusschen haar volle lippen. «Fuego!" commandeerde Carmen leuk. Vuur!

De pochende Andalusiërs, die altijd den mond vol hebben van moord en doodslag, trokken dadelijk erbarmelijke gezichten. Allen zochten een goed heenkomen. De Dancaïre, Garcia, een mooie jongen uit Ecija, die de Remendado heette, en Carmen verloren hun bezinning niet. De overigen hadden hun muilezels achtergelaten en in de ravijnen de wijk genomen, waar de paarden hen niet konden volgen.

Den volgenden dag gingen Carmen en haar Engelschman voorbij, met twee ezeldrijvers en een bediende. Ik zei tot den Dancaïre: Ik neem den Engelschman voor mijn rekening, jaag de anderen schrik aan, zij zijn niet gewapend. De Engelschman was moedig; als Carmen geen duw aan zijn arm had gegeven zou hij mij hebben gedood.

Ik legde hem in den kuil naast haar, met een klein kruis. Misschien deed ik verkeerd. Vervolgens steeg ik te paard, galoppeerde naar Cordova en gaf mij bij de eerste hoofdwacht aan. Ik zeide dat ik Carmen had gedood, maar wilde niet zeggen waar haar lijk was. De kluizenaar was een heilig man. Hij heeft voor haar gebeden! Hij heeft een mis voor haar ziel gelezen.... Arme meid!

Toch weet je dat jij mij in het verderf hebt gestort; om jou ben ik een dief en een moordenaar geworden. Carmen, Carmen lief, laat ik jou redden en mij met jou! José, antwoordde zij, je verlangt het onmogelijke. Ik houd niet meer van je; jij hebt me nog lief en daarom wil je mij dooden. Ik zou je nog wel iets op de mouw kunnen spelden, maar ik wil mij de moeite niet geven.