Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 oktober 2025


Het smokkelaarsleven beviel mij beter dan het soldatenleven; ik gaf Carmen geschenken, ik had geld en een maîtres; ik had geen wroeging, want, zooals de zigeuners zeggen: schurft met plezier jeukt niet . We werden overal goed ontvangen; mijn makkers behandelden mij goed, ja zij betoonden mij ontzag.

Minchorrò! zeide Carmen, ik heb lust hier alles kort en klein te slaan, het huis in brand te steken en het gebergte in te vluchten. En zij liefkoosde mij.... en lachte dan weer!.... en zij danste en verscheurde haar volants: nooit maakte een aap meer sprongen, grimassen en gekheden. Toen zij weer ernstig was geworden, zeide zij: Luister, het is over Egypte.

Ik betwijfel sterk of mademoiselle Carmen van zuiver ras was; zij was althans oneindig mooier dan alle vrouwen van haar natie, die ik ooit heb ontmoet. Opdat een vrouw schoon zij, zeggen de Spanjaarden, moet zij dertig als in zich vereenigen, of, zoo men wil, moet men haar kunnen beschrijven door tien bijvoegelijke naamwoorden voor telkens drie deelen van haar persoon.

Waarschijnlijk hadden die vrouwen in den drank slaapwekkende kruiden gemengd, haar alleen bekend, want ik werd den volgenden dag eerst heel laat wakker. Ik had zware hoofdpijn en een beetje koorts. Eerst na een poosje keerde bij mij de herinnering weer aan de vreeselijke scène, waaraan ik den dag te voren had deelgenomen. Na mijn wond te hebben verbonden, wisselden Carmen en haar vriendin, beiden neergehurkt bij mijn matras, eenige woorden in chipe calli, vermoedelijk een medische consultatie. Toen verzekerden beiden mij dat ik weldra beter zou zijn, maar dat ik zoo gauw mogelijk Sevilla moest verlaten; want als men mij pakte, dan werd ik onmiddellijk doodgeschoten. Mijn jongen, zeide Carmen, je moet iets beginnen; nu de koning je geen rijst en stokvisch meer geeft, moet je er aan denken je kost te verdienen. Je bent te dom om te spelen

Mesty hield de oogen nog een poos open, maar ten laatste liet ook hij het hoofd op een kist zakken en sluimerde in. Omstreeks één uur in den morgenstond was het dus met de waakzaamheid aan boord van de Nostra Senora del Carmen al zeer slecht gesteld. Tegen vier uur in den morgen kreeg Mesty een schok, stootte het hoofd tegen de tafel en werd daardoor gewekt.

Opeens hoor ik een stem: Dragondertranen! daar wil ik een minnedrank van maken. Ik sla de oogen op; Carmen stond voor me. Nu, kameraad, zeide zij, ben je nog boos? Ik moet toch ondanks alles wel van je houden, want sedert je weg ging, voel ik me zoo raar. Kom, nu ben ik het die vraagt of je mee wilt naar de Candilejo-straat.

Inmiddels had ik mij op den grond uitgestrekt en ik keek naar de sterren, denkend aan den Remendado en ik zeide tot mij zelf, dat ik wel zoo lief in zijn plaats had willen zijn. Carmen hurkte naast mij neer en van tijd tot tijd liet zij al neuriënd haar castagnetten rinkelen. Toen dichter bij komend, quasi om mij iets in het oor te zeggen, omhelsde zij mij twee of driemaal, bijna tegen mijn wil.

Bovendien, wij mishandelden de reizigers niet en bepaalden ons er toe hen hun geld af te nemen. Gedurende eenige maanden was ik tevreden over Carmen; zij bleef ons van dienst voor onze operaties door ons te waarschuwen wanneer er een goede slag viel te slaan.

Nu eens nam zij 'n stuk lood dat zij met een treurig gezicht naar alle kanten keerde, dan weer zong zij een van die tooverliedjes, waarin Maria Padilla, de maîtres van don Pedro, wordt ingeroepen; zij was, zegt men, de Bari Crallisa, of de groote koningin der zigeuners . Carmen, zeide ik, wil je meegaan?

Carmen kwam met hem en toen zij hem in mijn bijzijn haar rom noemde, hadt u de blikken moeten zien die ze mij toewierp en de gezichten die zij trok als Garcia het hoofd omkeerde. Ik was verontwaardigd en sprak den ganschen avond geen woord tot haar. Den volgenden morgen hadden wij onze pakken gemaakt en wij waren reeds op weg, toen we merkten dat een dozijn ruiters ons achterna zetten.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek