Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juli 2025
De minnedrank komt dan ook goed te pas om de onschuldige gelieven in een beter daglicht te stellen; zij weten beiden dat zij geen verantwoording voor 't gebeurde hebben, en dat hun alles toegestaan is en dat voelt de lezer ook. Maar hun liefde staat ook daardoor hoger dan de grove komiek der fabliaux doordat de echtgenoot niet opgeofferd wordt.
De Koning wil hem geld medegeven, maar dat weigert hij en na afscheid van Isolde genomen te hebben, trekt hij trots op weg; zolang Isolde hem kan zien, wendt zij het oog niet van hem af en zij heeft hem beloofd dat, zodra hij om haar zendt, muur noch toren haar terug zal houden. Anders loopt het in de ridderlike versies, waar de werking van de minnedrank niet aan een bepaalde tijd gebonden is.
Hagar beloofde beide in een fraai dramatisch lied en slaagde er in den geest op te roepen, die den minnedrank moest brengen: "Daal neder, gevleugelde geest, o, daal neer, Verlaat uwe woning bij 't geestenheir! Gij, dochter der rozen, weldadige fee, Ach, breng ons uw kostlijken liefdedrank mee. Maar maak hem heel geurig, heel zoet en heel sterk, Opdat hij zeer spoedig volbrenge zijn werk.
Isoldes moeder heeft Brangien een minnedrank meegegeven die zij de jonggehuwden de avond van het huwelik moet doen drinken om hun huweliksgeluk te bezegelen. Van zulke minnedrankjes vertelde Ovidius, Circe zowel als Medea hadden die gebrouwen. En nu heeft de tragiese vergissing plaats. Isolde heeft heimwee en is bedroefd. Tristan komt haar dikwels gezelschap houden en troosten.
En Isolde krijgt nu berouw dat zij haar koninklike waardigheid en het rijke hofleven voor al deze ellende heeft laten varen en zij zijn het er over eens dat zij hebben »male usé notre jovente". Nu zoeken zij een eremiet in de buurt op die reeds te voren getracht had op hun gemoed te werken, zij beriepen zich toen op die minnedrank ook nu nog verklaart Isolde dat zij geen berouw heeft, maar dat zij toch bereid zijn elkaar te verlaten.
Opeens hoor ik een stem: Dragondertranen! daar wil ik een minnedrank van maken. Ik sla de oogen op; Carmen stond voor me. Nu, kameraad, zeide zij, ben je nog boos? Ik moet toch ondanks alles wel van je houden, want sedert je weg ging, voel ik me zoo raar. Kom, nu ben ik het die vraagt of je mee wilt naar de Candilejo-straat.
Veia, door geen gewetenswroeging afgeschrikt, groef, al hijgende van 't werk, met haar hard houweel een kuil, opdat de knaap, er ingegraven en met zijn mond er boven uit stekende als een zwemmer, die slechts met zijn kin zich boven 't water verheft, door den aanblik van twee- of driemaal in den loop van den langen dag verwisseld eten zou wegsterven, opdat zijn uitgesneden merg en dorre lever voor de bereiding van een minnedrank zouden dienen".
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek