United States or Gabon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wat had men er mede gedaan? Marius was vertrokken zonder te zeggen waarheen hij ging, met dertig francs, zijn horloge en eenige kleedingstukken in een reiszak. Hij had een cabriolet gehuurd en zich op goed geluk af naar de latijnsche wijk laten brengen. Wat zal er van Marius worden? In dit schijnbaar onverschillig tijdvak, ging er een zekere revolutionaire huivering door 't land.

De arend van Meaux, wiens oogen onbestemd en verward ronddwaalden, zag in dien toestand van wakend droomen een voertuig met twee wielen, dat stapvoets en besluiteloos over het plein reed. Wat wilde deze cabriolet? Waarom reed ze stapvoets. De arend lette er op. Naast den koetsier zat een jongeling, en voor dien jongeling lag een tamelijk groote reiszak.

"Ten tweede ... is de cabriolet voor mijnheer den maire?" "Ja." "Kan mijnheer de maire rijden?" "Ja." "Nu, mijnheer de maire moet alleen en zonder bagage reizen, opdat het paard geen te zware vracht hebbe." "Aangenomen." "Maar daar mijnheer de maire niemand bij zich heeft, zal hij verplicht zijn, zelf het oog op het voeren te houden." "'t Zal geschieden."

"Ik vraag dertig francs per dag, de rustdagen medegerekend. Geen cent minder en het onderhoud van het paard ten koste van mijnheer den maire." Mijnheer Madeleine nam drie gouden Napoleons uit zijn beurs en legde ze op de tafel. "Ziehier twee dagen vooruit." "Ten vierde: Voor zulk een rit zou een cabriolet te zwaar zijn en het paard te veel vermoeien.

"N°. 1," zeide hij; terwijl zijn stijl en tongval den Hollander verrieden, die, reeds jong zijn land verlaten hebbende, de taal zijner ouderen wel niet geheel verleerd heeft, maar toch somtijds moeite heeft het rechte woord te vinden en den volzin behoorlijk te rangschikken: n° 1: de Koning van Corse logeert in het wapen van Emden en heeft bij Kuyt een cabriolet besteld, waarmede hij plan heeft morgen naar Rotterdam te rijden."

Op dezen reiszak konden de voorbijgangers een kaart gehecht zien, waarop met groote zwarte letters: Marius Pontmercy stond. Die naam deed L'aigle van houding veranderen. Hij richtte zich op en riep den jongeling in de cabriolet toe: "Mijnheer Marius Pontmercy!" De aangeroepen cabriolet hield stil. De jongeling, die ook diep in gedachten scheen, sloeg de oogen op. "Nu?" zeide hij.

Marius ging langzaam de trap op; toen hij zijn kamertje wilde binnengaan, zag hij achter zich, in de gang, de oudste dochter van Jondrette die hem volgde. Haar gezicht verwekte hem afkeer, zij was het, die zijn vijf francs had, 't was te laat om ze haar terug te vragen, de cabriolet was er niet meer, de huurkoets was lang weg. Zij zou ze hem bovendien niet wedergeven.

Juist zag Marius, als een ongehoord gelukkig toeval, een huurcabriolet, die ledig over den boulevard reed. Niets was natuurlijker dan in deze cabriolet te stijgen en de huurkoets te volgen. Dit was inderdaad het veiligste en zekerste middel. Marius wenkte den koetsier stil te houden en riep: "Bij 't uur!"

"Ach, conducteur! laat er mij maar uit, want ik houd niets van ongelukken!" riep een dametje. "Ik ben dood!" schreeuwde een Franschman, met drift uit de cabriolet springende.

Hij voelde zich gerustgesteld, schier evenzeer als ware hij werkelijk dood geweest. Den avond van den dag, op welken Jean Valjean Cosette uit Thénardier's klauwen had gerukt, kwam hij te Parijs terug. Hij ging in de avondschemering met het kind door de barrière van Monceaux. Daar nam hij een cabriolet, die hem naar de esplanade van 't Observatorium voerde.