Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Eindelijk bespeurde Brian iets, hetwelk hem eerst in de schemering ontgaan was. "Hier ligt aan den voet van het kruis iemand die slaapt, of dood is. Hugo, stoot hem aan met uwe lans." Nauwelijks was dit geschied, of de gedaante rees op, in goed Fransch uitroepende: "Wie gij ook zijn moogt, het is onbeleefd mij in mijne overpeinzingen te storen."

Maar hij behoort tot uw geloof, en zijn geringste woord zou tegen de plechtigste betuigingen der ongelukkige Jodin opwegen. Ik wil dus de tegen mij gedane beschuldiging niet op hem terug werpen; maar op hem zelven, ja, Brian De Bois-Guilbert, op u zelven beroep ik mij, of deze beschuldigingen niet even valsch, gruwelijk en lasterlijk als schandelijk zijn?"

"Bij den Hemel, Izaäk, ik wenschte, dat ik dit geweten had. Ik dacht, dat het zwartoogige meisje uw bijzit was, en gaf haar, als dienstbare, aan den ridder Brian de Bois-Guilbert, naar de gewoonte van de aartsvaders en helden van den ouden tijd, welke ons hierin met een goed voorbeeld zijn voorgegaan."

Albert Malvoisin, President, of in de taal der Orde, Preceptor der stichting te Templestowe, was de broeder van dien Philip Malvoisin, van wien wij reeds vroeger in dit verhaal melding hebben gemaakt, en evenals deze baron, was hij ook nauw met Brian De Bois-Guilbert verbonden.

Dit zal aan zijn zegepraal eene dubbele waarde geven, en de schoone vrouwen leeren, de liefde der dappere ridders op prijs te stellen, die haar tot zulk eene eereplaats verheffen kunnen." "Als Brian de Bois-Guilbert den prijs wint," zei de Prior, "dan wil ik mijn rozekrans verwedden, dat ik de Koningin van Liefde en Schoonheid noemen kan."

Koenraad las den brief, welke aldus luidde: "Aymer, door Gods genade, Prior van het huis der Cisterciënsers van de Heilige Maria van Jorvaulx, wenscht den Ridder Brian de Bois-Guilbert, van de heilige Orde des Tempels, gezondheid, met de gunst van God Bacchus en van Vrouw Venus.

Op de opeisching van den heraut, die naar zijn rang, zijn naam en zijn voornemen vroeg, antwoordde de vreemde ridder vlug weg en stout: "Ik ben een goed en edelgeboren ridder; en kom hier, om met lans en zwaard de rechtvaardige en goede zaak van dit meisje, Rebekka, de dochter van Izaäk van York, staande te houden; om het tegen haar uitgesproken vonnis voor onrechtvaardig en waarheidschendend te verklaren, en om den ridder Brian De Bois-Guilbert uit te dagen als een verrader, moordenaar en leugenaar; wat ik in dit veld met mijn lichaam tegen het zijne staande wil houden, met behulp van God, onze Heilige Maagd, en van St.

"Vrees niets," zei hij, "voor uw ellendig leven, Jood, indien gij oprecht in deze zaak te werk gaat. Ik vraag nog eens, wat hebt gij met Brian de Bois-Guilbert te doen?" "Ik ben de overbrenger van een brief," stamelde de Jood, "met uw verlof, hoogeerwaarde en gestrenge heer, voor dezen dapperen ridder van den Prior Aymer, van de Abdij van Jorvaulx."

Aan de zijde van den valschen regent, later King John, teekent hij verschillende typen van Normandische edelen: Reginald Front-de-Boeuf, den ruwen geweldenaar, die voor geene gruwelen terugdeinst, als zij zijne hartstochten en zijne inhaligheid kunnen dienen, Brian de Bois-Guilbert, den sceptischen Tempelier, die uit Palestina eene groote minachting voor de kerk en de geestelijkheid heeft medegebracht, en Maurice de Bracy, den aanvoerder van eene bende lansknechten, die voor niets terugdeinzen, als de woeste huurlingen, welke Oltmans onder de vanen van Perrol met de roode hand in zijn Schaapherder doet ten tooneele komen.

"Heer Pelgrim," zei Sir Brian de Bois-Guilbert verachtelijk, "deze geveinsde vergetelheid, nadat gij u zoo veel hebt te binnen gebracht, komt te laat, om aan uw doel te beantwoorden.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek