Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 oktober 2025
"Wie zou nu lang in bed kunnen blijven met zulk prachtig weer," lachte mevrouw Van Brakel. "O, moes, 't is eigenlijk jammer, dat u nu pas komt. Als u even eerder gekomen was...." "'k Heb alles van het balcon gezien," zei moeder, "en ik geloof, dat ik het restje hoofdpijn weggelachen heb." "'t Was eigenlijk "onmogelijk" leuk," zei Door. "De slaboonen zijn klaar, maatje."
Hier staan beschuiten met muisjes op tafel," riep Dolf, die de tweede overwinnaar was. "Ter eere van 't zusje," zei mevrouw Van Brakel. 's Middags werd er croquet gespeeld, tot groot pleizier van de groote en kleine menschen, maar niet het minst van Fox en Julia, die elken bal naholden.
Doch deze schoot hen beide in den grond, echter niet dan nadat een daarvan het schip in brand had gestoken. Van Brakel, met een paar sloepen daarbij gekomen, beklom nu het vaartuig, nam een gedeelte der manschap gevangen en liet het schip aan de vlammen over.
Intusschen had de politie van de buren den sleutel gehaald en was een agent naar boven geklommen. Een algemeene kreet van blijdschap ging op uit de volksmenigte, toen ze den agent op het dak zagen. En een oorverdoovend hoera brak los, toen hij met Hans, en mijnheer Van Brakel, die den agent gevolgd was, met Bob weer uit het huis kwamen.
Dolf ging languit op de hei liggen en Fox hield trouw de wacht bij zijn vriendje. "Nu maar weer opgemarcheerd," zei mijnheer Van Brakel na een kwartiertje. "Ik ben anders bang, dat we niet voor de bui thuis zullen zijn!" 't Was duidelijk, dat Julia blij was, toen haar vrindjes en vriendinnetjes weer thuis waren.
Nu zal ik jullie eens even door elkaar rommelen. Niet kijken, ma." Dolf draaide Hans en Bob als twee tolletjes om elkaar heen. "Doet u nu de oogen maar weer open. Nu ...?" "Ja, jongens, dat is niet gemakkelijk. Ik geloof ... ik geloof ..., dat ik hier Hansje Pansje bij 't oor heb," lachte mevrouw Van Brakel. "Geraden." "Dat Hansje Pansje, Mammi?" kwam Frits met zijn lief stemmetje er tusschen.
En toen Door Nel later iets in het oor fluisterde en Dolf vroeg, of er ook een verfkwastje was, zei mijnheer Van Brakel lachend: "'t Is hier wel een tijd van geheimpjes, dat moet ik zeggen." "Nu, kinderen, 't is tijd om naar bed te gaan. De tweelingen en Leni slapen zeker al lang." "Ja, kom Nel, wij moeten morgen vroeg op," zei Door, "want"....
"Dat is hoeveel had ik ook weer?" "Veertien," hielp Nel. "Dat is dus zestien en ik zelf. Ja, 'k hèb honger, maar ook haast, net als Kee, dus ook maar twee. Kom, nu zal ik de rest smeren. Wat is zoo'n huishouding toch "onmogelijk" druk," zei ze, Fritsjes boterham in smalle reepjes snijdende. "Je komt gewoon niet klaar." "Ziezoo, daar ben ik weer," zei mijnheer Van Brakel.
"Ik vind kikkers niet lekker, Mammi wèl?" "Neen hoor, ik eet liever appelbollen." "En ik, en ik," riepen Leni en de anderen. "Hoera! Vanavond appelbollenpartij!" "En hoe is 't nu met de patiëntjes? Zouden jullie vanavond wel trek hebben in een appelbol?" vroeg mevrouw Van Brakel. "Mijn voetje doet bijna niet meer zeer, heusch niet." "En mijn neus, kijk, er komt geen droppel meer uit."
"Dat dacht ik wel," zei Door. "Brieven zijn zoo goed voor verstuikte voeten en bloedende neuzen." "Ja, en vooral zulke lange," lachte Nel. "Ramplamplan, daar komen wij an. We hebben geen schoenen of kousen meer an," kwam Dolf dien avond de kamer instappen, een groot bord met appelbollen op zijn hoofd balanceerende. "O, jongen, denk om het porseleinen bord," riep mevrouw Van Brakel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek